Over vaders enzo…
Als eerbetoon aan alle vaders, moet ik toch wel even wat kwijt en niet alleen omdat ik een papa’s kindje ben. Alhoewel ik er heilig van overtuigd ben dat iedere dochter dat een beetje is. Zo ook mijn paps en ik. We voelen elkaar goed aan. Als we samen zitten dan hebben we aan een paar woorden genoeg. Soms lijkt het alsof hij me net iets beter kent dan mams maar dat is toch raar. Zij heeft me gedragen. Paps snapt bepaalde levenskeuzes die ik maak, terwijl mams me steeds tegenvragen blijft stellen.
Ik vier dit jaar Moederdag en Vaderdag op 1 dag en eigenlijk hebben we dat al gevierd. In het Pinksterweekend heb ik ze meegenomen naar Frankrijk. Onder het mom van ‘niets moet, alles mag’. Paps moest wel eventjes omschakelen maar dat ging best vlotjes.
Vroeger vond ik mijn ouders heel sterk. Nu worden ze ouder met bijbehorende kwaaltjes en af en toe neig ik ernaar om ze zo af en toe zelf de diagnosticeren met ‘dementia praecox’. Dat vinden ze natuurlijk niet fijn. Mams gooit me dan van die grote Surinaamse ogen toe en paps bijt me toe dat ook ik ouder zal worden en dat het dan niet leuk is om de stempel demente te worden opgeplakt wanneer dat niet zo is. Mijn Nana (opa van moederskant) was dement en hij had op zijn goede momenten alles scherp op het netvlies. Op die momenten kreeg ik de mooiste verhalen te horen. Bijvoorbeeld hoe hij verliefd werd op de lange, zwarte haren van mijn Nani (oma van moederskant) en haar liefheid en warmte.
Soms kwamen de verhalen van strijd om als pater familias het hoofd boven water te houden en het rijstbedrijf te managen. Waar haalde je bijvoorbeeld de beste padie (zaaigoed)? We werden als kleinkinderen wegwijs gemaakt in het bedrijf en gingen mee naar het bedrijf en zagen het hele productieproces dus van padie, rijst in het veld, ongepelde rijst tot rijst bestemd voor de verkoop met verschillen in kwaliteit en dus ook prijzen. In de winkel aan de Indira Gandhiweg vond de verkoop plaats. De zakken van de duurste rijstsoorten waren veel mooier en het allerbeste rijst was volgens Nana ‘diamond rice’ maar die aten wij niet want dat was voor de verkoop. Mijn opa was een échte verkoper, netwerker en mensenmens. Hij gaf ook veel terug aan de mensen in de buurt. Als er een feest was dan zorgde hij voor de rijst. Hij gaf vaak ook geld voor het feest in een gesloten envelop. Aan de dikte van de envelop te zien was het in ieder geval geen kleingeld maar ik was toen pas 8 jaar dus ik vond 1 gulden al heel veel geld.