Orlando

Boudicca 14 jun 2016

“Somewhere over the Rainbow,
way up high…
There’s a land that I’ve heard of
once in a lullaby…”

De vlag van de liefde hangt halfstok.
De vlag van acceptatie, van respect en diversiteit, verstild boven een zee van kaarsjes.
De vlag in al haar uitbundige kleuren, ontworpen als teken van trots en vraag om verdraagzaamheid is verscheurd van verdriet.
Sinds Gilbert Baker haar ontwierp in 1978 heeft ze de liefde gediend in de strijd.
In de strijd tegen veroordeling en vervreemding, opkomend voor hen die niet kunnen en willen meedoen met de massa.
In de strijd voor vrijheid, voorop in de mars naar gelijkheid en alle liefdevolle vormen van broederschap.
Als teken van troost en hoop voor hen die de strijd verloren tegen het virus dat de liefde toen met zich meebracht en aan hen die achterbleven; hopend op een toekomst zonder aids en zonder oordeel.

En als vandaag, onder haar eigen ogen, de liefde wordt beschoten door haat, is zij onvermurwbaar.
Tijdens en na de brute aanval op ons vrije denken, voelen en bestaan, vlagt ze dapper boven gebouwen en mensen over de hele wereld.
Op het moment dat de wereld zo grauw en grijs is gaat ze, alweer en nog steeds, de strijd aan.
Zij bekent kleur; oranje voor genezing, blauw voor sereniteit, geel voor zonlicht en violet voor karakter.
En rood, knalrood voor het leven en voor de kwetsbare maar altijd overwinnende liefde.

“Ergens achter de regenboog,
voorbij de zon en de wind
ligt het land waar je thuis komt
en je de liefde vindt.
Ergens achter de regenboog
rood, violet en blauw
dromen die je gedroomd hebt
wachten daar op jou.”