Op weg naar geluk
Gelukszoeker. Dat is het label dat we plakken op mensen, die in gammele bootjes hun oorlogslanden ontvluchten. Op zoek naar een plek waar je niet bang hoeft te zijn op straat te worden doodgeschoten, omdat jij toevallig een andere mening hebt dan die grote leider van jouw land. Die plek zou Nederland kunnen heten. Alleen niet voor vele Nederlanders. Die vinden dat zij hun huizen en banen inpikken. Hun geluk, waar hun voorouders zo hard voor hebben gevochten, mag niet in handen vallen van deze gelukszoekers. Een gedachte, ingegeven door hun Grote Blonde Leider. Die geen zin heeft in alwéér een dobberdebat. Zij, die het er niet mee eens zijn, worden door hem en zijn aanhangers voor gek, blind of dom versleten.
Geluksplukker. Dat ben je als je jezelf openstelt voor geluk. Je erdoor laat verrassen. Geluk is die onbekende persoon die jou een glimlach cadeau geeft. Die buurman of buurvrouw in de trein, die belangstellend een praatje met jou aanknoopt. Geluk is dat prachtige bloemperk in de tuin die leven heet. Een tuin die er altijd is, waar je gratis en voor niets doorheen mag wandelen. Maar vele Nederlanders zien in die tuin alleen het woekerende onkruid, dat tegen elke prijs moet en zal worden verdelgd. Zelfs als dit ten koste zou kunnen gaan van dat mooie bloemperk genaamd geluk.
Geluksbrenger. Dat is de naam die men jou geeft als je bereid bent jouw geluk met een ander te delen. Veel mensen denken dan aan geld en goederen. Maar geluk zit ook in heel subtiele dingen. Zoals liefde en begrip tonen. Een leuk oogcontact, een welgemeende aanraking, een glimlach. Misschien wel afkomstig van zo’n als gelukszoeker weggezette vluchteling. Vreemd eigenlijk, dat datgene, dat het minste geld en moeite kost, voor het verschijnsel mens zo moeilijk is. Het maakt de mens blijkbaar zo wanhopig, dat deze zijn geluk brengende medemens vermoordt, om daarna de hand aan zichzelf te slaan. Zoals het geval was bij Christina Grimmie. De bezoekers aan die Amerikaanse gayclub. Gay, een synoniem voor vrolijk. Gelukkig. Zoals wij onszelf het liefste zien.
Moeten we een wereld accepteren waarin we als de dood zijn voor geluk? Een wereld waarin we onze eigen tekortkomingen botvieren op de ander? Of kunnen we ons uitdrukken zoals we zijn, met onze sterke en zwakke kanten? Misschien vind je me gek, blind of dom. Of misschien wel alledrie tegelijk. Maar ik geloof in een land van 17 miljoen geluksbrengers. Wat maakt jou gelukkig? Wat houdt jou tegen om gelukkig te zijn?