Middag van het Brein
Waar zouden wij zijn zonder de trein.Dat is zo’n uitspraak waar ik eigenlijk niets mee heb.Maar op een dag dat mijn auto bij de garage staat voor een reparatie en mijn fiets gestolen is, denk ik daar opeens heel anders over.
Ik ben ingecheckt en ik ga naar Utrecht. Naar een hypotheekcongres met als spreker een breindokter,die een onderzoek heeft gedaan naar het geluksgevoel van consumenten bij het nemen van financiële beslissingen. Ik ben een ZZP-er,die anderen wil helpen bij het op orde brengen van hun financiële situatie, en die hoopt daar wat te kunnen opsteken voor zijn eigen praktijk. Vandaag schijnt het zonnetje. Gisteren heb ik een opdracht binnengesleept.Ik schuifel tussen de OV- studenten naar een plek ‘on Board”. De “captain” heet mij welkom en ik pak mijn krantje om wat te lezen. Maar dan valt me op hoe stil het is. Maar ik bevind me toch in de drukste spitstrein van Nederland. Behalve het knisperen van mijn krant, en mijn eigen krakende hersenen hoor ik niets. Ik lees dat Ronaldo een foto heeft gepost met het onderschrift B-B-CC. Ik denk aan de uitspraak in een andere B-B-C- Show van Graham Norton, waarin een Amerikaanse acteur het wereldnieuws bracht over die jongen van 17 jaar oud. Die jongen heette “Maxx Vonsteppen” .Hij sprak die naam Max Verstappen, zo beroerd uit, dat ik dacht dat hij iemand anders bedoelde. Dat hij de grandprix van Spanje zou winnen, wist ik toen niet. Dat zo’n B-acteur zo’n vooruitziende blik kon hebben. Nog verbazingwekkender. “He is only seventeen years old. And he’s amazing”.Jong -en-succesvol-zijn is maatstaf de voor de sport, maar ook steeds voor het werk.
Daar zat ik vast in mijn eigen oude droom. Die meer op de nachtmerrie van vorig jaar leek.
Toen ik een sticker op mijn voorhoofd opgeplakt kreeg met de tekst:niet-flexibel-te-oud-en-te- duur. Ik behoorde tot het leger van werklozen van 50 plus, die iets probeerde, wat gedoemd was te mislukken.
Ik drukte op de gele knop maar de deuren bleven gesloten. Waar andere reizigers fluitend naar buiten gingen, bleef ik achter. Een telefoontje van mijn garagehouder bracht me terug in de werkelijkheid. Ik stond op. De deur zwiepte open en ik zag allemaal blije gezichten.Ik luisterde op het congres naar de breindokter die vertelde dat uit zijn onderzoek bleek dat op -een- adviseur-die-meedenkt-niemand-zit-te-wachten-.
Toen besefte ik hoe gelukkig ik was dat ik af en toe mijn auto mag laten staan en in de trein kan stappen. Terug naar huis.