Lieve meester Bert
Het is maandagmiddag vijf uur als ik een bord aardappelsalade, haricots verts en gekruide kip op schoot heb. Het eten ziet er verrukkelijk uit, dus ik besluit een hap te nemen. Maar wanneer ik mij voorover buig, krijg ik drie verschrikkelijke woorden te horen: ,,Meester Bert is dood.’’ Ik ben flabbergasted. Bert is mijn oude meester van groep 7 en 8. Ik wist al een tijdje dat hij ongeneeslijk ziek was, maar nu dringt het pas echt tot mij door: mijn lieve meester is dood. Onmiddellijk dwalen mijn gedachten af naar mijn laatste basisschooljaren. Geitenwollen sokken in sandalen, een te klein uitgevallen poloshirt en sigaartjes in een borstzak. Ze staan nog helder op mijn netvlies, evenals het schoolkamp in 2004, het kamp waarbij meester B. hoogstpersoonlijk in witte unterhosen aan kwam zetten. Eigenlijk hadden we allang moeten slapen, maar we gingen onverstoorbaar door met keten en joelen. En dat kreeg hij in de gaten… Met een rotgang stormde onze meester in onderbroek onze kamers binnen, klaar om voor eens en altijd een eind te maken aan de overlast. En met succes, want meester B. ontging niets. In de klas was hij dan ook een soort vaderfiguur. Streng doch rechtvaardig, maar strijdbaar genoeg om een stelletje ongeleide projectielen enigszins op het volwassen leven voor te bereiden. De herinnering aan een ‘ expeditie’ naar Zandvoort aan Zee, een Brabants uitgesproken ‘tree’ (TSREEEE) en een extra schrijfopdracht zijn anno 2016 onuitwisbaar. ,,Je schrijft zulke geweldig mooie verhalen, daar moet je echt wat mee doen. Wanneer schrijf je de volgende?” zei hij ooit tegen mij. Als een extreem onzeker kind van elf bloeide ik hierdoor enorm op. De bak van de extra weektaken was dan ook snel gevuld. Dertien jaar later studeer ik – toevallig of niet – journalistiek. Nu mijn volwassenheid – met dank aan Bert- met rasse schreden genaderd is, is hij er helaas meer: een hersentumor heeft zijn leven vroegtijdig beëindigd. Een raar heimweegevoel aan de ‘Berttijd’ komt bij mij naar boven. Daarom heb ik nog één verhaal voor hem. Lieve Bert, ik hoop zo dat ik jou over zeventig jaar nog eens bij de hemelpoort tegenkom. Ik vertel je dan alles over het vervolg van mijn schrijverscarrière. Of mijn verhalen nou goed of slecht zijn: ik hoop dat je trots op mij bent en goed afscheid hebt kunnen nemen van je vrouw, kinderen en kleinkinderen. Ze gaan jou ongetwijfeld heel erg missen. Het gaat je goed daarboven…