Lieve papa,
Soms zit je naast me en ik mis je. Ik heb het gevoel dat je me niet kent, noch ik jou. Ik wil je zoveel vertellen, zoveel met je delen. Ik wil je zoveel vragen, over je jeugd, je keuzes, jezelf. Wie je vroeger was, wie je nu bent.
Je bent zo sterk. Zo vaak ben je gekwetst en zoveel heb je geleden. Denk maar niet dat ik dat niet voel. Je vertelt me ontzettend veel met je ogen. Ik antwoord je. Maar ik weet niet of je het ziet.
Als ik je omhels wil ik je niet loslaten. Ik wil je vasthouden, je aankijken en zeggen dat ik van je hou. Dat het goed komt. Dat je in jezelf moet geloven. Dat je op God moet vertrouwen. Ik wil mijn hoofd op je borst leggen en huilen tot mijn tranen opraken. Maar ik doe alleen mijn ogen dicht en voel je armen om mij heen.
Ik ben gezegend met jou. Je hebt zo voor mij gevochten, mij hier naartoe gebracht. Weg van de oorlog. Weg van de armoede die begon te heersen. Weg van alle ellende. Ik heb nu een dak boven mijn hoofd. Een bed om te slapen. Een deken voor als ik het koud heb.
Ik heb eten en drinken. Ik kan op straat lopen zonder bang te hoeven zijn dat ik doodgeschoten of ontvoerd word. Ik studeer. Ik heb een toekomst.
Maar ondanks alles, lieve papa, heb ik ook van je geleerd hoe ik het niet moet doen bij mijn eigen kinderen. Je hebt mij geleerd hoe moeilijk het is om kind te zijn. Je hebt zoveel keuzes gemaakt die mij, tot op de dag van vandaag, hebben beïnvloed. Je hebt mij geleerd dat ik nooit goed genoeg ben. Je hebt me ontzettend veel pijn gedaan papa. Maar ik heb nooit iets gezegd omdat ik wist dat je het goed bedoelde. Je wist niet beter. En dat geeft niet.
Waarom ik nu wel eerlijk tegen je ben? Omdat ik weet dat je dit nooit zult lezen.
Ik hou van je papa. Vergeet dat niet.
Liefs,
Lara