Dodie Mam Fopspeen
Op weg naar de drogist kom ik langs een zaak waar ze tatoeages zetten. Op de winkelruit een bordje: “Klaar terwijl u wacht”
Ik frons. En lees het nog een keer. Klaar terwijl u wacht. Hoe dachten ze het anders te doen.
Bij de drogist word ik begroet door een, kennelijk, hongerlijdend mager ding in tourniquet-strak zwart, die mij opgetogen vertelt dat ze vochtinbrengende crème in de aanbieding hebben. Ik kan net een luid SUPER!! inhouden. In plaats daarvan zeg ik dat ik zelf even ga rondkijken.
Even later heb ik een “Dodie Mam Fopspeen Ulti Supersoft” ad 5,45 voor de dochter van mijn buurvrouw weten te scoren en loop naar de toonbank om het zaakje af te rekenen. Voor mij één klant. Een vrouw die met het hongerlijdende dunne ding staat te zeuren over het weer. De vrouw kijkt argwanend naar mijn Dodie Mam Fopspeen en zeurt er intussen lustig op los . Ze heeft het over “tyfus” weer. En dat Piet Paulusma het altijd mis heeft.
Dat is waar. Gister nog: Piet in zijn kuitbroek op een camping voor gemengde éénkamerflatbewoners: ‘Nou mensen, dan kom ik nu als vanzelf op het weer. Mwow, morgen lang regen. Maar niet veel (??) En een voordeel is dat het ook erg zwoel is.’ Dat die Paulusma intussen nog niet is bezweken onder een tsunami aan negatieve social media berichten is een groot raadsel. Ik bedoel, je hoeft het tegenwoordig bijvoorbeeld maar over een zwart schaap te hebben en de terminale ziektes vliegen je, Twittermatig gezien, om de oren.
De vrouw voor mij vertelt dat zij soms zelfmoordneigingen krijgt van het weer.
‘Dat heeft mijn schoonmoeder ook,’ onderbreekt een man, die net binnenkwam, haar: ‘Gister nog, wilde ze nog uit het raam springen. Uiteraard probeerde ik haar waar ik kon te helpen.’
‘Zo, wat goed van u zeg’, knikt de mevrouw voor mij, die intussen heeft afgerekend , goedkeurend. Het magere ding pakt intussen mijn Fopspeen aan.
‘Ja, goed hè ?’ zegt de man glimlachend. ‘ Ik probeerde echt van alles maar het raam klemde, ik kreeg het met geen mogelijkheid open.’
De zeurmevrouw wordt eerst geel, dan groen en dan rood. Het magere ding rekent trillend mijn Dodie Mam Fopspeen af. Ik krijg een zegeltje.
Deze keer kan ik het luid opkomende SUPER!!!! niet inhouden.