“Den Heerenfiets”
Terwijl ik mijn tuin tracht te fatsoeneren en met elke actie de tuin meer in een soort jungle verander, komt mijn buurman langs lopen. ‘Nieuwe fiets gekocht,’ lacht hij trots.
Ik bekijk de fiets. Gestroomlijnd, goed in de kleuren, glanzend en met de onvermijdelijke stang in het midden.
Die stang in het midden heb ik nooit begrepen. Een fietsenmaker heeft mij ooit uitgelegd dat dat hoort (?) Omdat een mannenfiets nu eenmaal een stang in het midden hoort te hebben.
Vrouwen hebben rokken aan en kunnen dus hun been niet over het zadel gooien als ze opstappen. Geinige uitleg, maar die fietsenmaker beweert ook dat statistieken uitwijzen dat elke moordenaar een kaal hoofd heeft. Dus hoeveel waarde moet je aan zulke verhalen hechten.
Dit soort fietsen zijn niet meer van deze tijd. Die stang heeft geen enkele toegevoegde waarde.
Ze stammen nog uit de tijd, toen men sprak over “den Heerenfiets” .
Buurman zet de fiets trots in zijn keuken (?)
Na een uurtje, waarin ik een perk rozen ruïneerde en per ongeluk een negental zeldzame bloemen voor onkruid aanzag, komt buurman weer naar buiten. Met fiets. Voor en achterop heeft hij kinderzitjes geïnstalleerd. Buurvrouw komt met de twee kleinkinderen aan de hand naar buiten waarna de kinderen met veel heen en weer gekibbel in de zitjes worden geplaatst.
Tja, de rest kun je wel raden. Leunend op mijn hark, sla ik de pogingen gade van mijn buurman , om zijn heerenfiets, voorzien van twee zitjes met daarin twee blèrende kleinkinderen, te bestijgen.
Eerst probeert hij zijn linkerbeen over het zadel te gooien. Helaas ontvangt kleinzoon achterop, de punt van opa’s schoen vol op zijn neus.
Huilen, krijsen, sussen. De volgende poging: Opa wankelt op zijn rechterbeen en probeert omzichtig , achter het voorzitje met kleindochter, zijn linkerbeen over de stang te loodsen. Kleindochter voorop slaat plotseling haar handje naar achter. Opa schrikt en blijft met zijn been achter de fietsbel haken en huppelt op zijn rechterbeen om zijn evenwicht te bewaren. Oma was al naar binnen gegaan.
Ik laat mijn hark vallen en help mijn buurman in het zadel. Buurman dankt mij, zwetend gelijk een otter en rijdt weg. ‘Succes straks met afstappen, buurman! ‘roep ik hem hulpvaardig na.
Een lichte rilling schiet door buurman heen en even slingert hij van rechts naar links…