De hokjesdenker
Ik raak er zo geïrriteerd door. Mensen die niet kunnen parkeren. Bij ons in de straat lijkt niemand dit te kunnen. De parkeervakken die de gemeente op de grond heeft geverfd zijn voor niets geweest. Men staat maar al te graag in twee vakken, schuin en zelfs de stoep wordt gebruikt. Als ik na 18.00 uur de straat in kom rijden is er gewoon geen plek meer. En niet omdat Den Haag een parkeerplekken tekort heeft maar omdat mensen niet in vakken kunnen parkeren.
Laatst heb ik mijn bus er zo tussen gepropt dat niemand er meer zonder moeite uit kon rijden. Mijn vriend zegt dat ik me er niet zo druk om moet maken. Volgens hem gebruikt men de ruimte juist efficiënt. De parkeervakken zijn te groot voor kleine autootjes en dus is het juist goed dat men ‘aanschuift’. Wat hij vergeet is dat wanneer er auto’s wegrijden de parkeerplekken te klein zijn voor de iet wat grotere auto’s. Zoals mijn bus.
Vakken. Dat doet me denken aan in hokjes denken. Auto’s horen in vakken en mensen in hokjes. Dat hokjes denken doen we natuurlijk allemaal. Een vrouw met een eigen bedrijf én kinderen past in het vakje ‘powervrouw’. De huisman in het hokje ‘emancipatie’. De vuilnisman heeft geen goede opleiding gehad en de tandarts is rijk. Heb je goede ogen, ben je sportief en kan je met wapens omgaan? Dan vinken we het vakje geschikt aan. Heet je Fatima en draag je een hoofddoek, ongeschikt.
De hokjes racist, radicalist en terrorist zitten vaak zo vol dat er eigenlijk niemand meer bij kan. Nieuwe hokjes maken doen we ook graag. Heb je een hoofdband pas je in het hokje hippie, een geruit boomhakker t-shirt dan hoor je bij de hipsters. Draag je altijd de juiste hippe kleding? Dan ben je niet alleen mode-bewust maar zetten we je graag in het vakje fashionista. Mensen in hokjes plaatsen, we doen het maar wat graag. Onszelf in hokjes plaatsen trouwens ook. Onze auto’s wat minder. Die zetten we graag in twee vakken, schuin, op de stoep of gewoon helemaal overdwars. Van mij zou dat best andersom mogen zijn.