Beter een verre toerist dan een goede buur
Regelmatig wordt er in het nieuws en op social media geklaagd over de grote hoeveelheid toeristen in Amsterdam. Nu moet ik eerlijk toegeven dat ik zelf ook geen groot fan ben van de langzaam fietsende toeristen door het drukke centrum of toeristen die om de vijf meter stilstaan om een foto te maken. Toch ben ik sinds vandaag dolblij met een aantal van deze vakantiegangers in onze hoofdstad. Zij hebben mij gered van een nogal ongemakkelijke situatie die ik niet alleen kon oplossen. En ja, daar kunnen wij Amsterdammers nog eens van leren. Ik sta op het punt de tram voor mijn huis te pakken, maar weet deze op onhandige wijze te missen. Omdat een vriendin al op het Leidseplein staat te wachten, pak ik snel mijn fiets zónder kettingbescherming. Het zonnetje schijnt, dus ik heb een wijde pantalon aangetrokken, maar vergeet voor een moment dat mijn fiets onlangs flink is verminkt door iemand. Of ja, ik weet het eigenlijk dondersgoed, maar ik overtuig mezelf ervan dat er niets zal gebeuren zolang ik voorzichtig ben. Net voor de Rozengracht gaat het radicaal mis en word ik keihard met de waarheid geconfronteerd. Gehaaste spoed is zelden goed, zal ik maar zeggen. En op hulp van je mede-Amsterdammers hoef je niet te rekenen. Mijn broekspijp komt flink vast te zitten in de kettingkast en ik rem snel om het drama niet groter te maken. Ik sleep mezelf inclusief fiets naar de stoep en probeer hopeloos mezelf te bevrijden. Tevergeefs kijk ik om mij heen of iemand mij kan helpen. Voorbijgangers werpen wel een blik op mijn vergeefse gedrag, maar niemand is zo vriendelijk om mij te helpen. Wanhopig bel ik mijn vriendin op dat ik een klein probleempje heb. Op dat moment komen er drie Chinese meisjes op mij af en beginnen zonder iets te zeggen, te helpen. Met volle kracht proberen we mijn pantalon uit de kettingkast te trekken. Eén van deze meisjes loopt naar het dichtstbijzijnde café voor een schaar en na tien minuten ben ik bevrijd. Ik wil deze meiden een dikke knuffel geven als bedankje, maar voor hen lijkt deze hulp vanzelfsprekend. Ik wens ze nog veel plezier en vervolgens sta ik stomverbaasd naast mijn fiets, in mijn kapotte broek. Dan realiseer ik me pas hoe terughoudend en een tikkeltje arrogant Amsterdammers kunnen zijn. Dan zijn wij wel steeds aan het klagen dat toeristen onze stad overspoelen, maar eigenlijk mogen we ze heel erg dankbaar zijn.