Vrijheid, Ebru en bijna een auto-ongeluk
Op 4 mei zag ik een meisje bijna aangereden worden. Haar voorband werd bijna geraakt door een donkerblauwe VW die met zo’n 70 kilometer per uur door het rode stoplicht scheurde. Na haar bijna-dood-ervaring stopte de auto met gierende banden en begonnen de inzittenden door het raam naar het meisje te schelden.
Nu had ik me er mee kunnen bemoeien, roepen dat de bestuurder gevaarlijk aan het rijden was en dat het meisje niet fout zat, maar dat deed ik niet: Ik had geen zin in ruzie en problemen. Ik maakte geen gebruik van mijn vrijheid.
Ik heb, net als elke Nederlander, alle vrijheid om te zeggen wat ik wil. Maar niet iedereen maakt daar ook gebruik van. Als ik wel iets had gezegd van het gevaarlijke rijgedrag, dan kon ik de bestuurder duidelijk maken dat hij degene was die fout zat. Persvrijheid en vrijheid van meningsuiting zijn nodig om een land goed te kunnen laten functioneren. En niet alleen landen: Ook bedrijven, organisaties en slechte bestuurders kunnen kritiek gebruiken.
Ebru Umar zat in een zelfde soort situatie. Na jaren van goed leiderschap en succesvolle economische hervormingen ging de Turkse president de fout in door journalisten op te pakken, media-bedrijven op te kopen en propoganda te verspreiden. In plaats van niks te doen liet ze haar stem horen: #fuckerdogan.
Nu lijkt schelden op Twitter nou niet de meest effectieve manier om de Turkse persvrijheid te verbeteren. Verscheidene organisaties publiceren jaarlijks een rapport waarin de vrijheid in Turkije uitgebreid staat beschreven, maar zulke feiten zien er vaak niet interessant uit. Scheldwoorden op twitter daarentegen wel.
Ebru Umar kreeg veel aandacht, zoals van bijvoorbeeld de Turkse regering, die haar ter plekke arresteerde.
En toen ontplofte de media.
De kranten stonden er vol mee, twitter werd overspoelt en de politici hadden hun meningen direct klaar staan. Een paar beledigende tweets zetten een maatschappelijk probleem blijkbaar beter in de schijnwerpers dan rapporten, cijfers en statistieken ooit zouden kunnen. Ebru’s gebruik van de persvrijheid was een geslaagde actie.
Misschien had ik, net als Ebru, gewoon actie moeten ondernemen. Waarschijnlijk had het weinig zin gehad, maar toch is het noodzakelijk om op te komen voor de rechten van jezelf en anderen. Als niemand van zijn vrijheid gebruik maakt om kritiek te leveren dan zal er weinig vooruitgang zijn.
We moeten niet alleen onze vrijheid vieren, we moeten het ook gebruiken.