Twee minuten stil
Geen plek zo ‘mooi’ om twee minuten stilte te beleven dan in de trein.
Langzaam verminderen we vaart. Om mij heen hangen mensen hun telefoon op, koptelefoons en oordopjes worden in stilte op de knieën geplaatst.
Dan staan we stil. Alleen de airco zoemt, niemand praat of hoest, we ademen in stilte. Ik kijk naar buiten, vogels dansen door de lucht. Ik besef mij dat niets van wat ik zie er zo uit zou zien als de oorlog anders was gelopen, of misschien nooit was afgelopen. De huizen in de verte, de polders, de koeien. Het spoor waarover mijn trein richting het oosten reist. Alles is anders. En hoewel veel dingen ter discussie gesteld kunnen worden, denk ik niet dat dit opgaat voor het leven dat we hebben na de verlossing van de Duitse overheersing.
Vier mei om acht uur in de avond dacht ik de afgelopen jaren aan mijn opa’s en oma’s. Overlevenden van de oorlog, overleden aan ouderdom. Ik weet niet wat de oorlog voor hen was, ik weet amper wat deze was voor de generatie voor mij.
Vanavond stond ik stil in een ijzeren bus op een rails. Midden in een weiland. Omringd door onbekenden.
Ik was dankbaar. Dankbaar voor wat onbekende, buitenlandse soldaten voor ons deden 71 jaar geleden. Dankbaar voor wat onze voorvaders deden om dit land, ons land, maar ook de landen om ons heen, weer op te bouwen. Dankbaar voor de kansen die ik heb gekregen, de kansen die ik nog ga krijgen. En met mij eenieder van wie ik houd.
Wij leven in luxe. In vrijheid. Een fragiele balans waarvan wij al 71 jaar genieten. En als ik over 71 jaar het leven laat, hoop ik dat de generaties na mij nog vele honderden jaren deze vrijheid genieten. En haar waarderen. Ieder jaar op 4 mei. En iedere andere dag van het jaar.