Pauw en Palmen

Han Maas 13 mei 2016

‘Houd je altijd een voorgesprek, Jeroen? – ook een wijntje?’
‘Water, graag. En ja, vaak wel.’
‘Water? Dat inspireert niet – sigaretje?’
‘Gefeliciteerd met de Libris Literatuurprijs.’
‘Ik schrijf voor mezelf. Vijftigduizend euro is mooi meegenomen. Hoeveel boeken je daar niet voor moet verkopen…
“Jij zegt het” omdat Ik het zeg… omdat ik wil dat het zo is; ik ben een romanschrijver. Legitiem fantaseren zonder een fantast te zijn. Ik ben niet zoals Sylvia Plath, ook al mis ik “mijn Ted Hughes”, Ischa Meijer, iedere dag. Ik stop mijn hoofd niet in de oven, haal hooguit de geest uit de fles.
– ze doet haar hand door d’r woeste haar en vraagt: ‘Hoe vind je mijn boek, Jeroen?’
‘Boeiend.’
‘“Boeiend” is dodelijk.’
‘Wel lange zinnen. En dure woorden.’
‘Kritiek gooi ik gelijk over de schutting: “Ik zeg het.” Waar ga je het morgen over hebben en wie zijn de gasten?’

Jeroen loopt te ijsberen. Haar afmaken of laten praten…? En hoe dan met Moszkowicz?
‘Jeroen, tijd voor de schmink!’
‘Kam dat haar over dat kale plekje. En zeg tegen de cameraman: geen shots op mijn achterhoofd gericht. Geef Palmen wijn; komt ze lekker los. Niet te veel, anders duikt ze de coulisse in.’

Achter de schutting vraagt de haarstylist: ‘Bent u op de fiets, mevrouw Palmen?’
‘Nee, hoezo?’
‘Ik dacht het even…’

‘Ik heb een stukje van de film: de kennismaking tussen Ted Hughes en Sylvia Plath. Vind je het trouwens een goede film, Connie?’
‘Nou…’
‘Nee, zeker…? Het boek is natuurlijk beter, hè?’
‘Ja, ik heb natuurlijk niet voor niets de Libris Literatuurprijs gewonnen, haha.’
Ze komt moeilijk uit haar woorden: beter in geschrift dan in woord met dubbele tong. Ze praat verder. De camera registreert perfect een luisterende en vooral kijkende Bram. Je ziet hem denken: met deze dame ga ik beslist niet naar het Boekenbal. Jij zegt het, denkt Bram verder. Zijn hand overspeeld, zeker. Maar wat dan met het rapaille van de gerechtelijke ivoren toren? Een mallotige rechter die een onderscheid maakt tussen ‘een diner’ en een ‘etentje’ en daarbij zijn gelijk wil halen? Machtswellust! “Barbertje” Bram moest hangen, hoe dan ook. Ons kende ons niet meer. Macht tegenover nog meer macht.
De retoriek van Bram is nog steeds bewonderenswaardig zonder het met hem eens te zijn.
En Palmen? Ach, zij behoort tot het selecte gezelschap van schrijvers, goed of slecht. Ons kent ons.