Kroowaatsieje
Op zoek naar een mooie kapstok om wat anekdotes aan op te hangen, ga ik naar een lezing van Paulien Cornelisse. In een volle spiegeltent vertelt ze over haar nieuwe boek: ‘De verwarde cavia’. Ze heeft een cavia-stempel mee. Handig voor het signeren straks. Een fan vraagt of er ook borden en mokken van de cavia gaan komen?
Een onhandige vraag van de interviewster aan Paulien legt een belangrijke twist in de roman bloot. Wat maakt het ook uit? We kopen het boek toch, beloven we.
Vanaf een zonnig terras kijk ik naar een lange rij vrouwen met een verse cavia onder de arm. Paulien krabbelt en stempelt. Een goede zet van de plaatselijke boekhandel. Alles zit mee deze ochtend, toch vind ik niet wat ik zoek. Mijn aantekeningen liggen nog steeds als een oude jas op de vloer.
Een bekende tipt het oude gemeentehuis dat speciaal voor dit festival is omgedoopt tot kindermuseum. Wanden vol met identieke koffertjes. Wat neem je mee als je op reis gaat? De bestemming op de koffers geschreven. Ik lees: ‘Kroowaatsieje’ en opvallend vaak iets in de trant van ‘Ik wil rust’ of ‘Ik wil mezelf zijn’. Dan hoor ik dat de koffers ook open kunnen. Ik zie veel groen: een paadje, een grasveld, een boom. Leerlingen nemen ook weinig mee in hun koffer. Ik denk aan het gezeul van hun ouders.
In een andere ruimte staan bouwwerken van lucifersdoosjes. De buitenkant in zwart-wit: bommen, granaten, vliegtuigen, tanks en grote vluchtelingenstromen. De binnenkant in felle kleuren: bloemen, hartjes, dieren, vlinders en zonnestralen. Het thema is ‘Vrijheid’. Woorden zijn totaal overbodig.
Ik ga de voormalige kluis van het gemeentehuis binnen. ‘De baas van de stad bewaarde hier al zijn schatten,’ werd de kinderen uitgelegd. Nu staan er kleine glazen potjes met lichtjes en positieve spreuken van de kinderen. Kinderogen die zien wat echt van waarde is.
Ik heb toch nog mijn kapstok gevonden vandaag. In Kroowaatsieje.