Koning Bob
In de tijd dat er wekelijks muziek iconen naar het hiernamaals gaan en legendarische sporters de hemelpoort betreden of simpelweg met pensioen gaan. Ontbreekt er één iemand in dit rijtje iconen.
Uitgerekend op Facebook, een medium opgestart ruim na het begin van zijn carrière, las ik het. Het was iets over het feit dat hij nu gestopt is met schaatsen en dat hij toch wel veel heeft bereikt in zijn carrière.
In de schaduw van Kramer en Wennemars reed hij dag in dag uit zijn rondes. En toch heeft hij zonder op te vallen vanaf 1995 tot 2016 NK’s, EK’s, WK’s en Olympische medailles behaald, in alle soorten, kleuren en maten! Bob de Jong, de man die simpelweg schaatste voor zichzelf.
Wanneer er een WK koekhappen wordt georganiseerd, zie ik hem zo winnen.
Je krijgt gewoon een euforisch gevoel als je Bob de Jong ziet sporten. Het is de eerlijkste sporter die er is. De kans dat hij met doping wordt gepakt is net zo klein als de kans dat ik op curling ga. Ik hou al niet van stofzuigen, laat staan op ijs.
En nu? Einde carrière? Wat gaat Bob nu doen dan? Bob is geen Jan van Halst die na zijn sportcarrière kritische meningen geeft over andere sporters. Als Bob iemand ziet sporten, vergaat hij van jaloezie. Hij móet en zal zelf sporten.
Diep van binnen willen we allemaal zijn zoals Bob. De man die wakker wordt voor dag en dauw, die niet weet hoe je moet snoozen, die letterlijk spijkers eet bij ijzergebrek. De man is een legende zonder dat hij het weet, nota bene uit Aalsmeer. En juist daar zit de kern van zijn alles. Daar onder de rook van Amsterdam waar ze tussen het nergens en helemaal niets de grootste bloemenveiling van de wereld hebben gezet en van Nederland een groot exportland hebben gemaakt.
Zonder dat iemand het door had. Zonder dat iemand het opviel. En zonder dat iemand het waardeerde. Aalsmeer, een godvergeten oord, waar Bob de Jong tot in den eeuwigheid zal blijven trainen. Waarvoor? Dat weet niemand. Maar god wat een held, een beest, een voorbeeld voor een ieder maar bovenal een groot icoon.
Waren we allemaal maar een beetje Bob, voor eeuwig (de) Jong!