Heel veel slagroomtaarten
Teleurgesteld, moe en uitgeput strompel ik naar mijn mede slachtoffers toe. Met hangende schouders en sombere gezichten bespreken we de vragen en onze antwoorden. Bijna iedereen vond het examen moeilijk en gaat een klacht indienen. Nadat we eventjes hebben gekletst is de stemming al wat beter en vertrekken we. Op weg naar huis, om te slapen, in de zon te liggen, en te leren voor ons volgende examen.
Het was zwaar. Ik had niet verwacht dat het zo slecht zou gaan. Waarschijnlijk slaag ik wel omdat ik er goed voor sta, maar toch had ik dit niet verwacht. Ik heb het onderschat.
Tegenwoordig gaat iedereen in Nederland naar school. Wanneer we in groep acht zitten kiezen we een middelbare school, waar we de komende vier, vijf, zes of misschien wel nog meer jaren vijf dagen in de week aanwezig zullen zijn. Er wordt van ons verwacht dat we goede cijfers gaan en doorstromen naar het volgende jaar, en uiteindelijk ons examen halen. Maar dat valt zwaar tegen.
Omdat dit zo gewoon tegenwoordig en iedereen het doet, wordt verwacht dat je dit kunt. En als het niet lukt, blijf je zitten of stroom je af naar een lager niveau. Toch zorgt het halen van goede cijfers en zeker het slagen voor je examens voor veel stress. Als het je niet lukt, ‘is het niet zo erg, gewoon volgend jaar nog beter je best doen en dan slaag je wel.’ Maar je wil niet nog een jaar op die school blijven vol met brugpiepers en vervelende leraren. Iedereen slaagt voor zijn examens, maar toch blijft het moeilijk. We moeten het niet onderschatten. Het is een hele prestatie als je het haalt, want hebt er veel voor gedaan en nachtenlang doorgeleerd voor goede cijfers.
Ik vind dat we iedereen die zometeen slaagt voor zijn examens een slagroomtaart, een reis naar Parijs en vijftien schouderklopjes moeten geven. En misschien wel meer. Want hoe beloon je minstens vier jaar werk, oftewel 756 dagen, oftewel 3700 uur.