Een engel en drie malloten
Ik zit in de laatste trein naar het zuiden van Nederland als ze binnen komen. Drie jongens die zijn wezen feesten in Utrecht, de blikjes bier nog in de hand. Eentje ploft naast me neer, een ander gaat tegenover me zitten. Omdat ik bij de deur zit en er dus maar twee vrije stoelen aanwezig zijn, neemt de derde jongen afscheid van zijn maten en waggelt verder de coupé in.
Ik zet Game of Thrones op pauze en bied ze aan om met hun vriend van plek te wisselen, zodat ze met zijn drieën verder kunnen reizen. Grote ogen kijken me aan. ‘Zou je dat echt willen doen?’ De dank is groot en ik wordt ter plekke omgedoopt tot ‘de engel’. Met een glimlach wissel ik van plek.
In Den Bosch blijkt dat zij ook moeten overstappen richting Tilburg, en nadat ik enthousiast wordt herkend met de woorden ‘Hé, daar is de engel weer!’ sluit ik me bij ze aan. Ze hebben alle drie duidelijk wat op en vertellen grote verhalen waarin de samenhang ver te zoeken is.
Er wordt even gediscussieerd over welke bar ze zo meteen gaan bezoeken, maar dit is al snel besloten als blijkt dat een ‘zekerheidje’ van een van de drie in Brandpunt aanwezig is. Een een zekerheidje, zo legt hij trots uit, is een meisje dat sowieso met hem mee naar huis gaat vanavond.
Ook heb ik geleerd dat mijn Limburgse zachte g een misleidend effect kan hebben, ze gingen er namelijk vanuit dat ik ook uit Brabant kwam en dus vanzelfsprekend met ze mee zou gaan om nog (gezellig!) wat pilsjes achterover te tikken.
Gelukkig zijn ze naast dronken ook nog vergevingsgezind. Er wordt besproken wie van hen nu echt de grootste blaas heeft als een van hen het onderspit delft en door de coupe naar de wc schuifelt (tot groot genoegen van de winnaar), er wordt haast ademloos geluisterd als ik een tipje van de sluier oplicht over het ingewikkelde denkpatroon van de algemene vrouw en ik moet meekijken met ieder leuk – zij het wat grof – filmpje op hun smartphones. Wat begon als een lange reis laat in de avond verandert in een zorgeloos moment, vol jongensachtige platheid en vrolijkheid. Het kwartiertje naar Tilburg vliegt voorbij, en voor ik het weet stommel ik met ze mee de trein uit.
Ik kijk ze na als ze verdwijnen in de nacht, druk pratend met de armen om elkaar heen geslagen. Bij deze bedank ik de drie aardige, grappige malloten. Door jullie kreeg ik het gevoel dat ook mijn avond nog aan mijn voeten lag.