Verslaafd aan vergaderen
Het is weer zover. De jaarvergadering van de Vereniging van Eigenaren van onze flat. Mijn gedachten dwalen af. Het duurt en duurt en duurt.
Stiekem hoop ik op wat vuurwerk. Krijg verdomme eens ruzie, scheldt elkaar de huid vol! Alles beter dan dat passief agressieve geleuter dat vergaderen heet. Hou op met dat oeverloze gezwets, die nep beleefdheid. Alsjeblieft, stop ermee!
Maar nee. Het is een verslaving. Nederlanders vergaderen. Punt.
Waarom? En waarom zo lang? Het antwoord op de eerste vraag is even ontluisterend als simpel: de Nederlander vergadert om dat hij (of zij) diep van binnen als de dood is voor het verliezen van controle.
Chaos, wildgroei en verval. De Nederlander moet er niet aan denken. Hoewel de Nederlander zegt niet te houden van regeltjes is hij of zij diep van binnen maar wat blij dat alles in vaste banen wordt geleid.
Vandaar de alomtegenwoordige vergaderingen, allemaal omslachtige pogingen om het weerbarstige leven onder de duim te houden. Agenda’s, notulen, daar begint het grote structureren al. Er is een ijzeren volgorde van de Opening tot aan de Rondvraag.
Dat alles kost tijd, véél tijd. Iedereen moet de kans krijgen zijn of haar zegje te doen, ook al houdt dat in dat het reeds besprokene nóg een keer wordt herhaald, en nóg eens en nóg eens (meneer en mevrouw V., hardhorend, zitten achterin, hen ontgaat af en toe wat). Ik droom ondertussen van alle leukere dingen die ik had kunnen doen.
Het uiteindelijke streven is dat we het met elkaar eens worden. Natuurlijk gaat dat niet. Dus vangen we elkaar vliegen af, kletsen we met degene naast ons, slapen we of maken we flauwe opmerkingen. In gedachten leg ik meneer P. op de martelbank. Zijn cabareteske uitwijdingen zorgen er voor dat de boel nog meer uitloopt.
Deze vergadering (maar dat geldt voor álle vergaderingen) gaat net zo lang door tot iedereen uitgepraat dan wel sufgeluld is. Laat dat nou samenvallen met het moment waarop de meeste mensen òf doodmoe zijn òf toe aan een stevige borrel.
Vergaderen is een verschrikking. Logisch, de gemiddelde vergadering staat bol van de onderhuidse haat, ingeslikte krachttermen, zeikerige opmerkingen en heimelijke moordlust. De Nederlander houdt het graag gezellig.
Dus blijf je hopen dat het eens een keertje goed ontspoort. Dat iemand echt eens uit zijn slof schiet, de knuppel in het hoenderhok gooit. IJdele hoop.
Onze flat is goed onderhouden, en ziet er binnenkort weer piekfijn uit. En helaas, daarvoor moet je wél eerst vergaderen.