Rechte rug aan rust
Een rust momentje in het park, lekker buiten op een bankje, alleen, dat was de bedoeling. Plots sluit mijn rug zich tegen de rug van een vreemde. Ik voel de rug tegen mij aan opzwellen en het perst er een zwaar klinkend geluid uit, waarin het woord ‘donker’ ruist. Fijn!, die rugloze bankjes. Ik verstijf van angst, een zware mannestem maakt onverwachts mijn onuitgesproken zin af. Wat moet ik hier nou mee?!. De man beweegt niet, en er lijkt ook geen vervolg actie te komen. Ik denk enkel…zal ik opstaan en gaan?. Maar iets houd mij aan het moment vastgezogen. Ik haal diep adem, maar blaas al snel mijn opgeblazen lef weer uit.
Wat kan rust vinden toch moeilijk zijn. Thuis zoemt en bromt en stampt er van alles rond, bij anderen moet ik aan de praat, de stad flirt en gaat en laat mij dan uiteindelijk weer niet los. Uitblazen, ventileren en opladen op een bankje, het kan zo simpel zijn. Maar zo simpel is het nu even niet.
Ik durf mij niet te verroeren. Zo hij het zijn?. Ik was zo in gedachten dat ik niets van deze man heb kunnen waarnemen. Voordat ik aan mijn verzachtende pleistertocht begon, had ik op tinder een match. Onverwachts, iemand die ik al enige tijd geleden had geliked. Een mooie iets wat mysterieuze man, en op nog geen 3km van mij vandaan. Dat maakte dat ik de match voor mijn vertrek niet kon negeren. “Hoi, ik sta net op het punt mijn rust te vinden, weet je wel?, buiten op een bankje, ja…, ik weet!, dat is niet een heel spannend en wild begin…, maar je zit zo dichtbij…blijkt dan, wie weet zit je straks wel in hetzelfde park.;) Ik kom snel bij je terug, maar eerst rust aan rug”, stuurde ik hem.
Alles trilt in mij, de kans dat hij hier nu achter mij zit is heel klein, maar het kan. Donker?, waarom zei de man “donker”?. Dan zie ik een man op mij aflopen, als hij vlak bij is slaat hij iets naar rechts af en gaat naast mijn rug-maatje zitten. Ze kussen, lang en hoorbaar. Of denk ik dat te horen…, want door de drukte in mijn hoofd zie en hoor ik de dingen soms net iets anders dan in de realiteit. Ik recht mijn rug, haal diep adem, en blaas al snel mijn opgeblazen lef weer uit.