Paradijs

Adeline Q. 6 apr 2016

Iedereen kan op zijn klompen aanvoelen dat het paradijs een tuin is, een moestuintje wel te verstaan.

Dus staan op tal van vensterbanken kleine potjes met aarde waar liefdevol zaadjes in zijn gestopt. Her en der steekt een piepklein stengeltje of blad naar boven. Tien tegen een dat het uiteindelijk slecht afloopt met veel dit groene grut, maar ontroerend is het wel.

Jarenlang had ik een droom: een eigen moestuin en niet alleen op de vensterbank. Niet dat ik enig benul had wat dat inhield, maar dat was geen enkel beletsel. Dromen hebben namelijk niets uit te staan met realiteit. Maar omdat ik heb geleerd dat je niet alleen moet dromen, maar ook moet doen, visualiseerde ik een moestuin. Wat er toe leidde dat ik stappen ondernam. Dus ging ik eens een kijkje nemen bij een ecologisch tuinproject in de buurt. En zo –een nog duidelijkere stap- kwam ik terecht op een wachtlijst voor een moestuintje.

Ruim anderhalve maand geleden viel er een mooi bericht in mijn elektronische brievenbusje. Er was een tuin voor mij! Ik maakte een grote vreugdesprong, het was eindelijk zover. In de mail werd ik ook opgeroepen om alvast mee te komen helpen en me vooral goed te laten voorlichten over wat ik met mijn tuin wilde.

Wat er gebeurde was een klein wonder: ik ging langs, maakte kennis met de andere tuiniers en de vrijwilligers en werd acuut verliefd op de plek. Een grote, oude kas met allemaal tuintjes er naast. Al tijdens de koffie merkte ik dat ik wel genoeg had gekletst. Mijn handen jeukten! Er kon helaas maar weinig aan de tuintjes worden gedaan omdat het nog te koud was. Gelukkig was er meer dan genoeg te doen in de kas. Onkruid wieden, bemesten. Heerlijk. Na afloop wist ik: volgende week weer!

En zo ga ik elke zaterdag langs om te werken. Keer op keer verbaas ik me weer over hoe alles groeit. Hoeveel liefdewerk het allemaal is, alle zorg en de aandacht die ervoor nodig is. En hoe fijn het is om dat met een groep enthousiaste mensen te doen.

Maar ik kwam ook achter iets anders: ik wìl helemaal geen eigen tuin! Ik weet niets van tuinen. Ik krijg het Spaans benauwd van die verantwoordelijkheid. Stel je voor dat ik er een puinhoop van maak, of dat ik een tijdlang niets aan mijn tuin kan doen? Dat het een grote woestenij van distels, gras en ander hardnekkig onkruid wordt? Ik moet er niet aan denken! Godzijdank kon ik mijn tuin aan iemand anders kwijt.

Het paradijs is inderdaad een tuin, àndermans tuin.