Hoe verder weg, hoe minder het uitmaakt.
“Nederlander betrokken bij kaping EgyptAir”. Dat pushbericht stuurde Nu.nl een tijdje geleden naar haar mobiele lezers. En ik ben er nog steeds boos om. Want als er geen Nederlanders betrokken waren geweest, was het natuurlijk ook een stuk minder belangrijk geweest.
Na de aanslagen in Parijs kleurden profielfoto’s op Facebook massaal rood, wit en blauw. Na Brussel werd de moeite voor een filter al niet meer genomen. Daarnaast overleed Johan Cruijf niet lang daarna, en Brussel kwam alleen nog maar in het journaal aan bod. Één minuutje maar, daarna werd overgeschakeld naar beelden van een rouwend Camp Nou, waar Johan Cruijf herdacht werd. Meerdere stadions werden gevuld in zijn nagedachtenis. Zouden we dat dan ook niet moeten doen voor alle andere mensen die dagelijks overlijden? Tuurlijk niet, want dat gebeurt allemaal elders in de wereld. En dat is minder erg.
Zijn de dagelijkste bombardementen overal ter wereld niet net zo verschrikkelijk en belangrijk als Parijs, Brussel en alle andere toekomstige doelwitten? Natuurlijk niet.
Het maakt me boos dat wij allemaal maar in een bepaald aantal kilometers om ons heen denken. Onze zorgen beslaan ongeveer West-Europa, alles daarbuiten maakt niet zo veel uit.
Ben ik dan niet bang dat er een aanslag wordt gepleegd in mijn directe omgeving, zeg Amsterdam? Want dat is toch wel dichtbij, is het dan niet nét een beetje erger? Nee, dat is niet nét een beetje erger. De kans dat er iemand uit mijn kenniskring bij betrokken zou zijn is groter, maar dat maakt het niet minder erg. Ieder leven wat verloren gaat bij aanslagen en terrorisme, waar ook ter wereld, telt.
“Tja, maar wat doen we er aan” wordt er dan dagelijks gezegd, in een poging om het eigen geweten een beetje te laten rusten. Het antwoord is: we kunnen er er niets aan of tegen doen. We kunnen ons slechts realiseren dat we allemaal wereldburgers zijn, en dat medewereldburgers onze hulp nodig hebben. Het besef dat de afstand van de gebeurtenis niet uit moet maken, maakt ons allemaal wat menselijker, en dat zou een goed begin zijn in de strijd tegen terrorisme. Het cliché “samen staan we sterk” is nou eenmaal gewoon waar.