Hebben gelovigen een beter leven?
Ik betwijfel het en ben er zeker van dat met name wetenschappers het met mij eens zullen zijn. Gelovig zijn lijkt mij eerder een uiting van zwakte dan van deugd.
In onze opvoeding leren wij mondig te zijn, voor onze rechten op te komen, assertief te zijn, bewijzen zoeken voor aannames, vindingrijk zijn, proberen steeds een stap vooruit te zetten in plaats van terug te grijpen naar het oude, het vertrouwde. Hierbij past ook het aanpassen van normen en waarden en het doorbreken van taboes. Vroeger eisten ouderen respect of basis van hun leeftijd en anciënniteit. Gelukkig krijgt men steeds meer het besef dat het krijgen/hebben van waardering en respect ook van andere factoren afhangt. Tradities vervagen.
Het bovenstaande gaat helaas nog steeds niet op voor een bepaalde categorie van mensen, de “gelovigen”. De simpele geesten die denken dat alles wordt geregeld door de man die ergens “daar boven” zit. Dat wie zich toewijdt of zich onderwerpt aan HEM allerlei privileges ten deel valt. Ze blijven heilig geloven in de fantasiefiguren en hun krachten.
Oké, toegegeven, in de arme landen leeft men van hoop, maar hier in het Westen, kom nou! Hoe krom is bovendien dit beeld niet dat HIJ alleen verantwoordelijk is voor het “goede”. Waar blijft ZIJN Almachtigheid en Volmaaktheid? Feit is dat wij het eerder moeten hebben van onze (ongelovige) medici dan van HEM. Waarom dan toch met je kop in het zand blijven zitten?
Gelovigen zijn in diverse soorten en maten. Een deel is gewoonweg dom en een ander deel houdt zich voor den domme. Ze vinden dat je vanzelfsprekend de religie van je ouders of van de gemeenschap waarin je opgroeit hebt te accepteren. Als jij je van distantieert zal tegenslag en ellende je ten deel vallen. Vrees voor wat?
Een andere categorie is er een van: “Baat het niet dan schaadt het niet”. Een groot deel is gewoonweg bang. Niet voor de duivel, maar voor God. Want DIE beschikt over leven, dood en reïncarnatie (de cycli van doodgaan en geboren worden op basis van je karma). Geestelijken verbieden gelovigen over geloof te discussiëren, omdat het gelijk staat aan zondigen. Prachtig!
De meeste gelovigen zijn echter mensen die andere gelovigen blind volgen. Ieder van hen denkt van de ander dat die weet waarom die gelovig is. Uiteindelijk weet dus niemand waarom die gelovig is, maar tesamen vormen ze een massa en dat rechtvaardigt dus kennelijk het “gelovig” zijn.