Een klein beetje meer begrip
Afgelopen zaterdag las ik de column ‘Mijn nederlagen in de stiltecoupé’ van Theodor Holman in Het Parool. Hij heeft het hierin over zijn grootste ergernis in de trein: telefonerende studenten in de stiltecoupé. En dan vooral hbo-studenten, want die houden nooit hun mond.
Ik zal u vertellen, meneer Holman: soms is die ergernis wederzijds. Ik zeg ‘meneer’ en ‘u’, want ik wil u niet aanvallen. Ik hoop alleen dat u me een klein beetje begrijpt.
U doet me denken aan de humeurige man tegenover wie ik vorige week plaatsnam in de stiltecoupé van de intercity richting Amsterdam. Op het moment dat ik ga zitten voel ik meteen de afkeurende blik van de man in me priemen. Weer zo’n student die mijn rust komt verstoren, lees ik zijn gedachten. Hij richt zich dan maar op zijn boek, in de hoop dat ik me gedeisd zal houden.
Ook ik pak mijn boek erbij. De man kijkt weer even op, en ik zie iets veranderen in zijn blik. Verbazing, bespeur ik. En dan: tevredenheid. Die student leest een boek, die is oké. Hij leest rustig verder.
Aan de andere kant van het gangpad gaat de telefoon van een jongen af. Ik schat hem even oud als ik, zo’n 22 jaar, wellicht een hbo-student. De jongen neemt op, de woorden ,,hé kerel’’ doen me vermoeden dat hij een goede vriend aan de lijn heeft. ,,Ja, het is ernstig man, ik ben nu onderweg.’’ Zijn stem klinkt gebroken, maar beheerst; hij beseft dat hij hier niet mag bellen, maar het is even menens. Ik begrijp dat.
De man tegenover mij begrijpt dat niet. Hij begluurt de jongen vanboven zijn kleine, ronde brilletje. Hij steekt zijn duim tussen de bladzijdes van zijn boek en klapt het dicht. Hij begint te kuchen. Dan heeft de jongen het door. ,,O, eh… Ik ga ophangen’’, stamelt hij tegen zijn vriend. ,,Ik zit in een stiltecoupé.’’ Hij hangt op. Ik zie tranen in zijn ogen.
Meneer Holman, ik zeg niet dat u net als deze man bent: ik ken u namelijk niet. Ik moedig telefoneren in de stiltecoupé ook niet aan. Het enige wat ik van u en de rest van de mensheid vraag, is zo nu en dan een klein beetje meer begrip en een klein beetje meer verdraagzaamheid jegens de medemens. Daar wordt de wereld een stuk leuker op.