De witgele, warme en sprankelende zonnestralen
Het is ergens aan het eind van het hoogseizoen. De wolken hebben plaats gemaakt voor de witgele, warme en sprankelende zonnestralen van onze zon. Elke keer als ik naar boven kijk en recht in onze zon kijk voel ik mijn pupillen slinken naar het formaat van een speldenkop, zo fel is ze. Na drie pogingen, om haar in volle glorie te proberen bewonderen, gaf ik het op.
Ik loop richting de winkel om, ter afkoeling, een met condens bedrupt flesje Cola te kopen. Terwijl ik drink, loop ik de allemachtig hoge trappen van ons treinstation op. Ná al deze treden snakte ik naar een dompelbad gevuld met crushed ice.
De geel-blauwe dubbeldek trein rijdt wederom niet op schema, maar dat vind ik in dit geval geenszins erg. De zonnestralen hebben mij volledig in hun greep en triggerden mij om langer bij hen te blijven, zo geschiedde. Na een vertraging van 18 minuten komt de trein aangereden. Nadat ik mij had bevrijd van de witgele, warme en sprankelende zonnestralen, ben ik in de trein gestapt naar het volgende station. In de trein ben ik mij aan het voorbereiden op een gesprek, een gesprek dat mijn toekomst kon bepalen, een gesprek dat waarschijnlijk zó formeel zou zijn dat ik niet eens meer kan denken aan alle geelwitte, warme en sprankelende zonnestralen.
De trein is inmiddels aangekomen op mijn final destination. Ik loop richting het centrum langs een bruidswinkel, sexshop en een echtscheidingskantoor (paradox?). Ik kijk verbaasd wat mensen aan om hopelijk wat bevestigende blikken te krijgen, maar deze kreeg ik niet. Iedereen was te druk bezig om te ontsnappen aan de grijpgrage zonnestralen.
Afijn, ik vervolg -na wat verbazing- mijn weg richting het centrum. Wanneer ik eenmaal aankom bij het gebouw kijk ik -alvorens ik naar binnen loop- nog even lonkend langs de gevel, schuin naar boven, richting de zon. De witgele, warme en sprankelende zonnestralen geven geen kik. Ik meld me vervolgens netjes aan bij de volslank, met gebruinde huid en blondharige receptioniste voor mijn afspraak.