De jeugd is maar een mémoire
Zeven uur in de ochtend. Opstaan is niet meer zoals het was. Een lichte druk op m’n voorhoofd. Stress? Op zo een jong leeftijd piekeren over een toekomst waar ik niet zeker van ben. Weet ik wel zeker wat ik wil of moet ik het maar hebben van ‘geloof’ en een fractie hoop, zoals ik dat had als kind.
Acht uur in de ochtend. Ik houd mijn stuur met een stevige grip vast, staar naar voren en rijd bijna op automatisch piloot. Zorgen dat ik op tijd ben. En langzaam valt het geluid weg. M’n afspeellijst op z’n hardst, maar mijn gedachte spreekt harder in stilte…
Twaalf uur in de middag, pauze. Vandaag rook ik twee sigaretten achterelkaar en denk stiekem aan de tijd dat ik boos was op m’n vader. “Papa, je moet stoppen met roken anders ga je dood!” riep ik weleens tegen hem en nu zit ik zelf mijn zorgen weg te blazen. Vreemd.
Zes uur ’s avonds, m’n dag zit erop. Met een diepe zucht start ik de auto. Telefoon is uitgevallen en het enigste wat overblijft is de radio. De antenne was er laatst afgebroken tijdens het schoonmaken, dus ik moet het maar doen met een misvormde en krakende geluiden.
“Brussel is getroffen door meerdere bomaanslagen”. Even twijfel ik en begin met m’n wenkbrauwen te fronzen, alsof ik zo beter kan horen. Volume gaat omhoog en ik ontcijfer wat ik ervan kon opmaken, ‘Brussel, bom en doden’. Ik kon het niet geloven. En ik maar zitten piekeren over onbelangrijke zaken. De route naar huis kamp ik met een bittere smaak in me mond, ik voel me misselijk en weet niet zo goed wat ik moet denken. Zo dichtbij. Zal het nog dichterbij komen? Zijn we in gevaar?
31 maart 2016. Een dag voordat alle droge 1 aprilgrappen tevoorschijn komen. Normaal haat ik het, maar ik zal morgen opstaan en lachen om elke lompe grap die er wordt gemaakt. Want lachen is het sterkste wat ik nu heb en het enigste wat ik kan verspreiden. Iets wat zij niet meer kunnen.
Waar ben je? Die mooie, zorgeloze, warme en vredige jeugd. We moeten het maar accepteren. De jeugd is maar een mémoire.