Witte Geert, Toeter Trump en twee Bel-Chinezen.
“Barack! HE! Spelen! Niet zo ego’en man!”
Het was koud. De winterwind joeg over veld B9. Een achterveld, waar de graspollen door een dronken, goedwillende vader, veel te ver uit elkaar waren gezaaid. De bal hobbelde hier niet. De bal stuiterde. De lijnen waren krom. In de vier hoeken stonden drie vlaggen opgesteld. Eén was er afgebroken, de andere was kwijtgeraakt tijdens het opvissen van de bal uit de achterliggende sloot.
“Hé Maruk! Ja kan je lachen! Nu stond ik fucking vrij man!”
Fun Long stond met zijn zakenpartner achter het hekwerk, waar op de betere velden sponsorborden hingen. Hier hing er slechts één, Geloof in God, stond er in koeienletters. Dat kreeg je met een Christelijke vereniging. Fun keek naar Xu, die driftig aan het bellen was. Ze gaven niet alleen de standen door, ook iedere vrije trap, gele kaart en corner werd doorgegeven. Fun richtte zijn blik op het veld. Het was triestig. Hoe lager het niveau, des te makkelijker te manipuleren. Geen grote bedragen hier, een paar loze beloftes en klaar was je. Of je die nakwam maalde niemand om.
De tegenstander had de bal, Vladimir, de potige spits rende naar voren, kapte twee man uit en legde breed af. De zwartharige middenvelder kwam inlopen. “Niet schieten Assad!” klonk er van de tribunes. Hij schoot toch, recht op doel. De houterige keeper zat niet op te letten en… 1-1. “Willy let dan op man! Wat ben je aan het doen!?” “Sorry! Ik was er niet bij, m’n dochter weet je die…” “Wat man? Als je nog zo’n bal doorlaat, breek ik jouw been ook!”
Hoofdschuddend zag Fun het aan. Wat een zooitje. Hij keek naar de zijlijn. Naast de coach stonden twee spelers klaar. Ze sprongen op en neer om warm te blijven. Het waren Witte Geert en Toeter Trump. Beiden een grote bek, vaak vanaf de zijlijn. Witte Geert had tijdens de bekerfinale gespeeld maar pakte daar compleet onnodig twee kaarten, waardoor z’n team verloor. Fun grinnikte, daar had hij flink aan verdiend. De tegenstander had ook een speler klaarstaan, Abdeslam. Een Belg die uit het niets kon toeslaan. Fun gebaarde naar Xu dat hij de komende wissels moest doorgeven. Xu legde zijn hand op de hoorn. “Wie is die coach eigenlijk? Wat een belachelijk idee! Die Maruk en Barack spelen beiden niet goed, maar je zet Witte Geert en Toeter Trump er toch niet in?! Das vragen om problemen!”
Ja, zei Fun. “Die coach is knettergek. Maarja, nou eenmaal de baas hè.”
“Ja maar hoe kan je zo stom zijn Fun? Hoe heet die gestoorde idioot?”
“Volk, Xu. Het volk.”