Waar is het misgegaan?
Hé, hallo!
Ben jij dat? Dezelfde figuur die om de twee weken mijn voetbalavond meent te moeten vergallen? Die in de meest grove bewoordingen commentaar geeft op Jan en Alleman die zich in jouw gezichtsveld bevindt?
Ben jij dat echt?
Ik twijfel, want je zit tegenover mij in het eerste klas reiscompartiment van de trein.
Je hebt een keurig pak aan. Een keurige regenjas. Een tas met geordende inhoud.
Als je het wel bent dan krijg je mijn complimenten hoor!
Je bent er in geslaagd om je te kleden als een echt mens.
Nu zit je daar met de laptop op je schoot.
Koffie in plaats van bier.
Je maakte keurig plaats voor een medereiziger die naast je wilde zitten.
Maar alle gekheid op een stokje! Wie hou jij nu voor de gek?
Wat is dat dan toch wat jou op zaterdagavond doet veranderen in een hersenloze schreeuwende maniak.
Waarom scheldt je elke scheidsrechter uit? Waarom zijn hun moeders allemaal hoeren volgens jou?
Oh! Kijk. Je hebt ook keurig ingecheckt. Je knikt zelfs vriendelijk naar de conducteur!
Hé! Je staat keurig op om een mevrouw langs te laten.
Zaterdagavond schreeuwde je nog dat er een piemel in moest!
Oei! Er komt een Marokkaanse dame binnen. Met hoofddoekje!
Hé, hallo! Je zegt niets! Zaterdagavond moesten alle buitenlanders nog oprotten!
Krijg nou wat! Ze gaat op de stoel naast je zitten. Je glimlacht zelfs tegen haar.
Ja! Hallo! Moet ze nu het land uit of niet!
Maar wacht eens even! Wat lees jij daar nu? De Volkskrant?
Zaterdagavond moesten al die vuile rooie flikkers van de pers allemaal de kolere krijgen!
Aan je kleding en je spullen te zien heb je een baan waar enige autoriteit van uit gaat.
Wat een verschil met de manier waarop je zaterdags op de tribune tekeer gaat zeg!
Tijdens je tirades loopt je hoofd rood aan en staat het schuim je op de mond.
Je bent een meester in het imiteren van oerwoudgeluiden.
Maar toegegeven, je hebt succes. De mensen om je heen lachen zich kapot om je.
Ze vermaken zich kostelijk.
Maar toch maak je een eenzame indruk. Je komt altijd alleen en ik zie niemand die jou vergezeld naar huis.
Ik zou bijna medelijden met je krijgen.
Wat zou ik graag willen weten wat je bezielt om je zo te misdragen.
Je stapt de trein uit en ik kijk je na.
Een keurig heer in pak. Eenzaam en alleen.
Waar is het misgegaan?