Taalfouten zijn niet fout!
Het was ergens in oktober in het jaar 2011, dat ik het omroepbericht van de NS hoorde.
“Ding, dong! In tegenstelling tot de informatieborden, stoppen de intercity’s richting Alkmaar niet in Amsterdam Sloterdijk”
Hoewel ik meteen doorhad, dat het hier ging om een foutje in de zinsbouw, liet het beeld me niet meer los. Ik zag het voor me. Al die informatieborden die spontaan tot leven komen, zich losrukken van het perron, de rails op springen en met een rotvaart over de rails richting Alkmaar schuiven. In tegenstelling tot de treinen stoppen ze echter bij station Slotervaart. Daar zullen de mensen voorlopig geen tekort aan informatie hebben. Wekenlang kreeg ik een glimlach op mijn gezicht elke keer als ik over het station liep. Het taalfoutje van de NS-omroeper maakte daarmee mijn anders zo slopende tocht en stuk plezieriger. Na een paar weken was het beeld toch saai geworden, maar misschien kwam ik wel andere taalfoutjes tegen. Ik ging erop letten en die beslissing heeft mijn leven danig opgefleurd.
Zo las ik recent in een artikel in de Metro over onthoofdingen door IS:
“Homoseksuelen en ouderen worden dagelijks geëxecuteerd”
Een verschrikkelijk bericht, maar het beeld dat iemands hoofd spontaan weer aangroeit, terwijl IS elke dag opnieuw probeert om het blijvend los te koppelen van het lichaam, geeft toch een rechtvaardig lekker puh-gevoel. Bij deze, hartelijk dank daarvoor, Metro! Daardoor kan ik het nieuws toch net iets beter verwerken.
Natuurlijk ontdekte ik ook taalfouten die op geen manier grappig waren. Die waren gewoon fout, maar ook die bleken een positief effect te hebben. Ik had ze toch ontdekt. Vaak in teksten die geschreven waren door journalisten, of fouten die uitgesproken werden door presentatoren op televisie of radio. Mensen die beroepsmatig bezig waren met taal en ik ontdekte hun fouten. Wat een heerlijk gevoel! Niemand kon mij meer wijsmaken, dat ik slecht was in taal.
“Nee, dan die professionals, die zijn er lekker goed in,” zei ik dan.
Als iemand dan nog steeds geen respect had voor mijn linguïstieke autoriteit kon ik altijd wel een paar voorbeeldfoutjes vinden in de krant van die dag.
Taalfouten, laten we ze alstublieft blijven maken. Als ze niet een oergezonde lachbui opwekken, dan wel een glimlach en als het bij u niet lukt en u zich toch ergert aan de taalfoutjes in deze column, weet dan, dat u toch maar mooi beter bent in taal als ik.