Smeerwerk voor het brein
Hij droeg niets meer dan een mooi maatpak. Opvallend, want het was best wel koud deze ochtend. Het leek hem niet te deren. In zijn ene hand rinkelde een sleutelbos en in zijn andere hand (‘natuurlijk’) de nieuwste mobiele telefoon. ‘Een zakenman pur sang’, dacht ik terwijl ik hem verder scande, ‘wiens leaseauto het heeft begeven en die nu noodgedwongen – net als de gewone piepeltjes – het openbaar vervoer moet overleven’. Ik schrok toen hij mij regelrecht aankeek; hij leek mijn gedachten te lezen. Met moeite kon ik mijn blik afwenden, maar snel ving ik nog een spottende lach op waarbij zijn perfecte tanden zich blootgaven vanuit een sensueel gevormde mond. ‘Bloemetjesromannetjes’-man, oordeelde ik verder. ‘N-I-V-E-A!’, sprak ik mezelf daarna meteen toe. Op een mindfulness-sessie was een medecursist met deze term komen aanzetten: Niet Invullen Voor Een Ander.
Nadat hij via dezelfde deur de trein instapte (mijn neus nam een heerlijke luchtje waar die zijn hele wezen leek te geuren – ‘ook dat nog’) nam ik plaats op de laatste zitplek. Mister Perfect ging prompt naast me staan, zijn hand op de rugleuning vóór mij, een trouwring blinkend in de ochtendzon. Toen pakte hij zijn telefoon. ‘Dag liefje’, sprak hij in het toestel met een diepe, gedempte stem die sneeuw voor de zon zou laten verdwijnen (‘kan er ook nog wel bij’), ‘ik ben wat verlaat, maar kom zo snel mogelijk. Alles veilig? Ze weet niets, laten we dat zo houden’. ‘Kan het misschien wat minder’, ging het door me heen, ‘het druipt er wel héél erg van af.’ Mijn gedachten sloegen op hol. Om daarna tot rust te komen door een door mijzelf streng opgelegd N-I-V-E-A. Ik zag dat hij stil en geïnteresseerd naar de stem aan de andere kant van de lijn luisterde. Ten slotte eindigde hij het gesprek met: ‘Goed, lief kind van me, laten we er samen een leuke verrassing voor mama van maken. Tot zo’.
Enigszins verward stond ik op omdat mijn bestemming bijna was bereikt. Die van hem blijkbaar ook, want hij stond pal voor me bij de uitgang, ik had prachtig zicht op zijn welgevormde schouders. Ik sloot mijn ogen en snoof zijn heerlijke geur nog eens op. En schaamde mij diep.
Ik kleurde diep rood toen ik besefte dat hij zich half naar me had omgedraaid en me een knipoog toewierp. Hij boog zich naar me toe en fluisterde: ‘Gewoon N-I-V-E-A… ‘ Met slappe knieën vervolgde ik mijn weg.