Openbare Ruimte
De openbare ruimte lijkt volledig te zijn doordrongen van een politieke strijd, waarin politieke ideeën legioenen fanatici op de been brengen. Ieder nieuwsfeit wordt door hen aangegrepen als bewijsmateriaal voor het eigen gelijk en als mogelijkheid om andersdenkenden te grazen te nemen.
Een symptoom van het voormalige succes van de multiculturele samenleving is dat niet de hele openbare ruimte door die politieke ideeënstrijd was doordrongen. Je kon in de jaren tachtig gewoon klagen over de Marokkaanse buurjongen of het lesbische stel dat zich zo aanstelt, zonder je te moeten verantwoorden en zonder voor racist of homofoob te worden uitgemaakt. Het landje was zo tolerant dat we dat woord nog nauwelijks nodig hadden. Het politieke discours was iets dat in Den Haag plaatsvond en je keek op zondagavond naar de heerlijke persiflages van Koot en Bie.
Tegenwoordig kun je er nergens aan ontsnappen. Iedereen die een gevoelig stuk schrijft in een min of meer bekend blad wordt onmiddellijk met huid en haar gepolitiseerd. Je kunt niet meer mopperen over vuilnis dat door een geprivatiseerd afvalbedrijf te laat wordt opgehaald of je bent een gevaarlijke socialist die gelooft in de dwingelandij van vadertje Staat. Je kunt niet meer een grappige varkensmuts dragen of je bent een achterlijke aanhanger van de blonde Hitler uit Weert.
Nederland wordt geteisterd door het spook van de maakbare samenleving. Ieder akkefietje wordt geformuleerd als politiek verzuim. Er is geen ruimte voor weeffouten, ongeveegde stoepen of chaotische taferelen. Iedere middelvinger is meteen politiek, iedere hoofddoek een statement, iedere emotie een toespeling op een partijprogramma.
Ik denk dat kunst politiek moet kunnen zijn. Een kunstwerk in de openbare ruimte is een politiek statement, maar het is altijd ook nog iets meer. Goede kunst kan niet tot politiek worden gereduceerd. De openbare ruimte moet niet alleen plek bieden voor verhitte politieke discussies, maar ook een vrijplaats voor onpolitieke uitingen die we gewoon als gemeenschap kunnen delen. Wanneer dit niet meer mogelijk is voorzie ik de winst van ijdel populisme, gevoed door een verlangen naar zo’n gemeenschap die er niet is en waarvan we onder een dergelijk regime steeds verder verwijderd zullen raken.