#ikwilhelpen

Kabul. Baghdad. Syrië. Parijs. Ankara. Istanbul. Brussel.

Dinsdagochtend 8.00. Mijn wekker gaat en ik heb absoluut geen zin om op te staan. Ik kijk op mijn telefoon en open Facebook. Twee zware explosies in de vertrekhal van de luchthaven in Brussel. Ik ben meteen klaarwakker en opstaan is op dit moment wel het minst erge wat er deze dag zal zijn. Door de mogelijkheden die sociale media bieden, krijg ik binnen no-time foto’s, filmpjes en informatie door over wat er precies aan de hand is. Een tijd later, nog een aanslag, deze keer in metrostation Maalbeek. Mensen rennen in paniek de metrotunnel uit en we worden weer pijnlijk herinnerd aan alle aanslagen die hiervoor plaatsvonden. Even later eist IS de aanslagen op en is dit opnieuw een pijnlijke steek van het dreigende terrorisme in Europa.

Maar wat moeten we nu? Bang worden en altijd binnen blijven zitten? Komt dit geweld ook naar Nederland? Moeten we naar Wilders luisteren en de grenzen sluiten? Moeten we terugvechten? En hoe dan? Dit zijn vragen die de hele dag door mijn hoofd spoken. Waarschijnlijk is er ook niet één goed antwoord. Maar het ergste vind ik wel dat dit zelfs al een klein beetje normaal voelt: we moeten ons altijd bewust zijn van de mogelijkheid van een aanslag. Ik betrap mezelf er al op dat ik plekken als Utrecht Centraal stiekem het liefst vermijd of in ieder geval altijd op zoek ben naar vluchtroutes.

Toen ontdekte ik de hashtag ‘ikwilhelpen’ op Twitter. Daar werd ik blij van, op deze treurige dag. Nu het openbaar vervoer plat ligt, bieden mensen massaal een slaapplek of een lift aan aan gestrande reizigers, ook als ze zichzelf hiermee misschien in gevaar brengen. Ontroerend en krachtig. Dus laten we ons vooral niet verlagen tot het niveau van de IS. Laten we alsjeblieft lief voor elkaar zijn en elkaar helpen als we elkaar nodig hebben. En niet alleen nu. Altijd. Mijn gedachten zijn bij de slachtoffers en nabestaanden. #ikwilhelpen