Events, my dear boy, events
Verontrustende beelden vanuit Brussel. Verontrustend, omdat ik al die plekken ken. De smalle oude vertrekhal van Zaventem, die aan een naoorlogs treinstation doet denken. Een sympathieke luchthaven is het, met een blitse terminal ergens tussen de landingsbanen in waar je met ondergrondse rolbanen naartoe gaat. Als je daar zit voel je je veilig, maar op een eiland. Bevreemdende beelden ook van een metrostation, Maalbeek geheten. Een non-descript metrostation aan de Wetstraat is het, tussen het mooie Warandepark en de introverte EC-gebouwen, maar dan precies ertussenin op een plek waar je niet moet zijn, tenzij je politicus bent.
Wij zien een enkele gewonde verzorgd worden bij de ingang van het metrostation in de plint van een kantoorgebouw. Beelden die niets verraden over de horror vanbinnen, daar waar tientallen doden liggen. In stilte. Alleen. Beneden. Misschien. De beelden tonen ons immers slechts een rookpluim, terwijl iedereen weet van de brand. Ergens in mij voel ik het woord censuur opkomen – in ieder geval angstige voorzichtigheid. Zou de VRT misschien aan de leiband lopen van een terughoudende overheid? Ja, is het eerste gevoel, maar wie de krappe Brusselse metrostations kent, weet ook dat een dergelijk incident moeilijk is te verslaan.
Gelaten kalmte overheerst bij de Vlaamse nieuwslezers en hun redacteuren, die sinds Dutroux niet meer zo op de proef zijn gesteld. In Nederland gaat het beter met de samenwerking tussen nieuws, verslaggeving en autoriteiten, zo heb ik het idee.
Enfin, ook de NOS wist pas om half negen vanochtend dat er vandaag continu moet worden ‘gejournaald’. Een enthousiaste NOS-directeur sprak ten aanzien van het bericht dat zijn omroep wederom een paar Olympische Spelen mag uitzenden, gisteren nog de gevleugelde woorden: ‘Dat er uiteindelijk niets verandert in Nederland, is eigenlijk groter nieuws.’