Een probleem van en voor de samenleving
Ik zit in de trein en hoor een vrouw naast me tegen haar vent zeggen: ‘Welke gek springt er nou voor de trein? Super asociaal. Nu ben ik 20 of misschien wel 30 minuten te laat voor een aflevering van The Bold and the Beautiful.’ Terwijl het koppel nukkig voor zich uitblijft staren de rest van de reis, denk ik aan de persoon in kwestie. Ik weet niet wie deze persoon is en waarom het zover gekomen is, maar ik kan me op de een of andere manier voorstellen dat hij/zij niet meer verder wilde leven.
Ik kom thuis en ga op de bank zitten. Ik ben doodsbang voor de stilte en zet snel een muziekje aan. Ik aarzel of ik mijn ouders zal opbellen om te zeggen dat ik aan het doordraaien ben. Ik schrik ervan, dat wat ik in mijn hoofd zó donker, pijnlijk en eenzaam is.
Er wordt van mij gehouden, ik doe een leuke HBO studie en ben een jonge, blonde meid van 22 jaar. En toch ben ik op deze leeftijd al afhankelijk van een flinke dosis antidepressiva en zijn sommige dagen een waar gevecht. Ik ben een product van een samenleving waar, naar mijn mening, te veel wordt geëist van een adolescent. Bij alles wat we doen moeten we presteren en ik moet helaas op deze leeftijd al een stap terug doen.
Wat het niet makkelijker maakt is dat geestesziektes nog steeds een taboe zijn in onze samenleving. Elke dag denken ik en mogelijk miljoenen anderen na over hoe we de wereld kunnen laten zien dat geestesziektes serieus en verschrikkelijk zijn. Maar het is niet aan mij of aan al die anderen die ziek zijn, het wordt tijd dat u uw koppigheid en trots eens opzij zet.
Want beste lezer, laten we met zijn allen eens proberen om zorgen van een ander niet af te doen met: ‘Ach, iedereen heeft wel eens dipje’, of ‘We voelen ons allemaal wel eens rot’. Dat is niet tof en heel erg à la 20e eeuw. Na hart- en vaatziekte is lijden aan een depressie de tweede volksziekte, dus ontkennen kunnen we niet meer. Ga eens een lekker bakje koffie drinken, praat met elkaar en vraag eens verder. Laten we niet een samenleving worden waar geen plaats is voor zwakte.
Terwijl ik dit schrijf, drie jaar na mijn absolute dieptepunt, moet ik grinniken. Met dit serieuze stukje heb ik uw morgen er vast niet vrolijker op gemaakt. Maar ik heb wel weer een stukje taboe doorbroken.