Die vraagt erom
Met haar lange, blote benen zoekt ze in rap tempo de kortste weg naar een warm café. Ze valt meteen op tussen de uitgedoste toeschouwers, die wél iets warms aanhebben op deze koude dag in februari. Verleidelijk wapperende blonde haren – wat mogelijk verklaart dat ze haar kleren domweg vergeten is – dwingen me te blijven kijken en ik ben vast niet de enige die haar aangaapt. Het verdomd weinige textiel om haar goddelijke ‘joepie’ lichaam, laat weinig te raden over.
Geheel incognito sta ik in een feestelijk kostuum, met rode Bassie pruik en geruite muts naar de carnavalsoptocht te kijken. Toch komt het geen moment in me op om me te laten verleiden tot Keulse taferelen. Ik schaar mezelf niet onder de categorie testosteronbom en bovendien functioneert mijn prefrontale cortex prima. Van mij zal die schaars geklede chick dus geen fysieke last hebben.
“Zo laat je je dochter de deur toch niet uitgaan?”, klinkt het verontwaardigd. Hoewel ik het me niet voor kan stellen, vindt mama het wellicht een prima carnavals outfitje en is pa apetrots op zijn mooie dochter, als ze zich in Evakostuum het feestgedruis instort. Ik ken en bepaal de normen van een ander niet.
Misschien is bloot niet meer zo bloot als voorheen? We worden dagelijks geconfronteerd met halfnaakt; etalages van lingeriezaken tonen levensgrote posters van prachtige vrouwen in lingerie – ik hou me in om geen DNA achter te laten. Dat ik geen verkeersongeval veroorzaak bij het zien van lekkere Sloggie kontjes op immense billboards mag een wonder heten. En iedereen die vooraan heeft gestaan bij een optreden van K3, weet dat die naam eigenlijk staat voor Kamelenteen Trio.
De optocht is voorbij. Gekleurde serpentine en confetti versieren de Markt. Muziek van het laatste fanfarebandje klinkt steeds verder weg. Hoogste tijd om te ontdooien in een gezellige kroeg.
Langzaam schuif ik in de menigte – als haringen in een ton – richting een overheersende bierlucht. De hoempapa muziek staat goed hard dus slechts een enkeling hoort mijn noodkreet wanneer ik totaal overrompeld ben door een koude, grijpende hand onder mijn Schotse kilt. “Hé! Die griet heeft mijn feestneus vast!” Haar lodderige ogen verraden een hoog alcoholpromillage. Hitsig van de wijn kan ze de verleiding niet weerstaan. Mijn charmante kniekousen en geruite rok blijken té uitnodigend. “Dit is geen Lingo!”, grap ik. Haar vriendin vindt het reuze vermakelijk en lalt iets van “Joh, die vraagt erom.” Volgend jaar trek ik iets warmers aan.