De weg kwijt..
Vandaag liep ik tijdens mijn lunchpauze in de binnenstad van Leeuwarden. Ineens komt er een klein, oud mannetje naar me toe. Hij loopt luid hijgend op me af. “Mag ik u wat vragen?” vraagt hij me. “Ja hoor” zeg ik, altijd bereid mensen te helpen en dan vooral oude mensjes, daar heb ik namelijk een zwak voor.
” Bent u hier bekend?” vraagt hij me. ” Een beetje, ik werk hier, zegt u het maar” reageer ik behulpzaam. ” Weet u dan misschien waar de Mac. Donalds is?” vraagt hij me. Ik was helemaal blij dat ik het wist, dus begin ik enthousiast uit te leggen hoe hij moet lopen om daar te komen. Het mannetje hijgt nog steeds en bedankt me voor de hulp. Net op het moment dat ik wil doorlopen, zegt hij: “Misschien wel een hele rare vraag, mevrouw, maar daar zitten toch de hoeren?”. Ik ben een ruimdenkende vrouw, echt waar, maar ik wist even niet wat te zeggen. Dit zag ik niet aankomen. Ik denk altijd in beelden, dus in gedachten zag ik dit mannetje al met kleinkinderen in de Mac. Donalds zitten. Nu werden deze gedachten vervangen door… tja, hele andere gedachten. Ik reageerde wat vaag: “Ja, volgens mij bent u dan wel in de buurt, ik kom daar eigenlijk nooit, maar als u daar bent, kunt u natuurlijk altijd verder vragen” ratel ik door, want nu was ik even de weg kwijt. “Bedankt, hoor” zegt het oude mannetje die overigens nog steeds hijgend praat en een gehaaste indruk maakt. “Graag gedaan” zeg ik en ik loop enigszins gehaast verder. ” U ziet er goed uit, trouwens” roept het mannetje me na. Altijd fijn om te horen, maar op de een of andere manier voelde het op dit moment niet echt als een compliment. Ik loop door en besef me ineens dat ik hem vertelde dat ik hier werk. Hij zal toch niet denken dat ik… spookt het even door mijn hoofd. Snel loop ik de eerste de beste winkel in, maar ik voel nog steeds de priemende ogen van de man in mijn rug. Toch was ik blij dat ik deze man op weg kon helpen, want ik heb nu eenmaal een zwak voor oudere mensen. Vooral als ze de weg kwijt zijn.