De Netherlandse Taal
De Nederlandse taal bevat al jaren redelijk wat leenwoorden. Woorden als bureau, überhaupt en toilet zijn ons daarvan totaal niet vreemd. De laatste jaren is onze woordenschat flink uitgebreid met woorden als smartphone, tablet en smartwatch. Maar, het lijkt echter alsof de taal tegenwoordig meer leenwoord is dan wat anders. En dan heb ik het niet alleen over zulke technologische zaken, nee, het gaat hierbij om het vervangen van doodnormale alledaagse woorden.
Zoals vorig jaar: Ik ben met een vriendin op een evenement en in de pauze krijgen we een lunchpakketje aangeboden; een broodje met een pakje sinaasappelsap. We zitten fijn buiten in het zonnetje en dan blijkt dat er ook pakjes appelsap uitgedeeld waren. Deze vriendin merkt dit op, waarop een persoon naast ons met een pakje appelsap zegt: ‘Oh, maar we kunnen wel traden hoor!’ Traden. Ook zo heerlijk Nederlands-Engels uitgesproken: ‘Treeden’. Dit moet even bezinken. Wat is er mis met ruilen? Is dit woord plots, zonder mijn weten om, ordinair geworden?
Schijnbaar is het tegenwoordig veel hipper om lukrake Nederlandse woorden in te wisselen voor Engelse woorden. Maar het kan nog veel erger; mensen komen gewoon niet eens meer op het Nederlandse woord! ‘Hoera, eindelijk een breakthrough!’ ‘Je bedoelt doorbraak?’ ’Ja sorry, ik was het Nederlandse woord kwijt.’
Of ‘Ja nee, ik had toch liever dit hoesje, want dit is van betere kwaliteit en ik kan het zelf nooit zo goed maken. Dat is eigenlijk de main reason’. Want hoofdreden is natuurlijk hopeloos ouderwets. En een voorbijgangster liet mij even ter ore komen dat ze “terrified” was van die Snapchat foto.
Dat de woorden ontleend worden is uiteraard niet erg, maar dat ze verbasterd worden naar het Nederlands en daarbij ook nog plat worden uitgesproken… Zelfs werkwoorden ontspringen de dans niet, aangezien ik ineens moet “usertesten” en vrienden weer eens willen “meeten”! En ook winkels maken zich hier nodeloos schuldig aan door hondenkoekjes aan te prijzen als “dog treats” en bloemenzaadjes zijn ineens een “seed shaker”.
Onze koningin heeft de eens zo veel besproken woorden “Dé Nederlander bestaat niet” gezegd. Nou, ik denk dat dé Nederlander wel bestaat, maar als het zo door gaat de Nederlandse taal dus niet meer. Sinds dit moment ben ik onbewust steeds vaker gaan letten op hoe vaak er Engelse woorden te pas en te onpas worden gebruikt in de Nederlandse taal. Onze taal verliest zijn ziel en zaligheid. En dat is dus niet awesome.