Bachelor of Silence
We leven in een prestatiemaatschappij; met de Nederlandse zesjescultuur is het in ieder geval definitief gedaan. De studiebeurs bestaat niet meer en leefgeld moet je lenen; kun je niet studeren dan moet je meedoen aan The Voice, en word je daar voortijdig uitgeschakeld, dan zal je meteen in een ander tv-programma moeten optreden om beroemd te blijven. Dan maar amateurdirigent.
Waar is de tijd dat je nog gewoon naar bed kon met je baas en daar een dienstbetrekking voor onbepaalde tijd uit kon peuren, zonder eerst talloze jaarcontracten en managementwisselingen te hoeven doorlopen? Ik kan me het in ieder geval niet meer herinneren. Ook de straatprostitutie is afgeschaft, en dat is wederom een symptoom van die vermaledijde prestatiecultuur.
Waar zijn die methadonmeiden, die je hier in Utrecht langs de Europalaan zag lopen, trouwens gebleven? In de Hardebollenstraat – voormalig domein van Braziliaanse moekes – zijn de raampjes ook al leeg. De sekswerkers van 2016 zitten allemaal online. Ze zijn altijd vlakbij en mooier dan ooit. Ze hebben geen drugsverleden, geen gezin in de favela’s, maar wel een gigantische studieschuld.
Afijn, iedereen doet mee met de prestatiecultuur. Behalve mijn ex-bank. Met grote moeite heb ik de rekeningen bij dit eeuwenoude instituut kunnen opzeggen vorig jaar, met uitzondering van de doorlopende reisverzekering. Had ik wel moeten doen: op 5 maart, afgelopen zaterdag dus, ontving ik een brief gedateerd op 26 februari, met de mededeling dat de jaarpremie op 26 februari zou worden afgeschreven.
Over prestaties gesproken: ik heb groot respect voor de student die zijn of haar studie met sekswerk betaalt. Het woord ‘prostituee’ bewaar ik liever voor mezelf, als klant van De Bank.