Allerbeste Johan,
Ik weet het. Je bent er niet meer. Tòch wil ik je een brief schrijven. Jouw dood zette me namelijk aan het denken over mijn geloof. Mag ik trouwens Johan zeggen?
Ik heb nooit echt geloofd, Johan. Als kind al niet. Maar door jouw dood wankel ik nu. Het is zoals je zelf zei: “Je gaat het pas zien als je het doorheb.” Constant maakte je schijnbewegingen en lang heb je me op het verkeerde been gezet. Weet je nog dat je zei dat je zelf niet geloofde in god, omdat er nooit een wedstrijd gewonnen kon worden als 22 spelers een kruisje sloegen voor een wedstrijd? Zou het altijd gelijkspel zijn. Ik knikte instemmend als jij zoiets zei. En nog vaak verstapte ik me als ik dacht je te begrijpen. Maar nu heb ik eindelijk de bal afgepakt.
Het is tijd om het toe te geven, Johan. De signalen zijn nu overduidelijk. "De waarheid is nooit precies zoals je denkt dat hij zal zijn."
Allereerst: Je dook plots op in een week die aan elkaar hing van ellende. Een week waarin de wereld gevuld was met angst, boosheid en verdriet door die verdomde bomaanslagen. Een week waarin haat constant op de loer lag als een ratelslang, zoekend naar het blote been van de schuldige. Een week waarin het moeilijk was om woorden als vertrouwen, geloof en vrede uit te spreken. Juist in deze week kom jij aanzetten? Erg toevallig allemaal, Johan.
Vervolgens at je jouw laatste maal op Witte Donderdag, werd je op Goede Vrijdag gecremeerd en vond je jouw laatste rustplaats op Stille Zaterdag. En leuk bedacht, PassMaandag. Man, die passes die jij gaf. Vanuit het middenveld, met buitenkant voet. Naar alle hoeken van het veld. Passes die altijd aankwamen. Jij overzag alles en iedereen. Juist, zoals een god.
En dan nog die afkorting. JC. Als ik wist dat het Bijbelverhaal niet over Jezus Christus ging maar over jou, zat ik iedere dag in de kerk.
Ik zie het nu, Johan. Jij had vorige week al je laatste krachten verzameld om onze pijn voor even te verzachten. Jij wilde ons alle ellende in het nieuws voor even laten vergeten. Ik dacht eerst dat je een schwalbe maakte. Dat je ook nog op ging staan, zoals Jezus weet je wel. Maar je bent hard getackeld en je staat niet meer op.
Zijn we er tòch ingetuind. Ik geloof in jou, Johan.