Aan(ge)slagen
Het nieuws kijk ik niet, maar lees ik. Online. Dat creëert voor mij meer afstand dan kijken naar gruwelijke beelden op tv. Ik mag de beelden zelf bij een geschreven bericht bedenken, en ik weet zeker dat die beelden minder naar zijn dan de werkelijkheid. Ik creëer ze immers zelf.
Het nieuws over de aanslag in Brussel kwam via de radio. En zelfs als ik het hoor in plaats van lees, komt het harder binnen. Even bleef ik voor me uit staren, de woorden van de nieuwslezer ronddraaiend in mijn hoofd. Zei hij aanslag? In Brussel? Ik opende mijn favoriete online nieuwsbron en las dat de nieuwslezer gelijk had. Aangeslagen nam ik de woorden in me op, het was echt zo. Net als dat het echt zo was dat Turkije een aantal dagen eerder te maken had met aanslagen. Het is triest. Diep triest.
Wat ook triest is, is het overlijden van voetballegende Johan Cruijff. Zelf dacht hij dat hij de kanker zou overwinnen en ik had graag gezien dat hij gelijk had gekregen. Niet alleen omdat het Johan Cruijff was, maar omdat ik graag zie dat mensen die stomme ziekte verslaan.
Kanker – net als terrorisme – treft mannen, vrouwen en kinderen. Het maakt geen enkel onderscheid. Iedereen kan slachtoffer worden, ongeacht wie of wat je bent. Het kan iedereen overkomen. En dat is eng.
Van kanker kun je niemand de schuld geven. Van terrorisme wel. En dus krijgen onschuldige mensen, die zelf op de vlucht zijn voor het kwaad, de schuld. Mensen die hetzelfde geloof als de terroristen delen, krijgen de schuld. We moeten iemand de schuld geven, het ergens aan wijten en in dit geval is dat geloof of afkomst. En dat vind ik misschien nog wel het meest trieste van alles. Ik begrijp daar helemaal niets van. En ik kan er nu allemaal dingen uit de geschiedenis bij gaan halen en er van alles van zeggen, maar dat doe ik niet. Ik houd mijn mond en geef Johan Cruijff het laatste woord:
‘De hoogste opgave van het menselijk kennen: is te begrijpen dat hij niet begrijpen kan.’