14 karaats gênant!
Wat een verschrikkelijk gênante vertoning. Wat een diep trieste gang van zaken. Gedachten die zich helaas opdrongen tijdens mijn ‘Johan-Cruijff-is-overleden-TV-kijkmarathon’. En niet omdat ik voor Feyenoord ben, de club die hij in 1984 ook gewoon kampioen maakte, nee vanwege de heren ‘sportcommentatoren’. Wat zijn die lui erg! Waar de avond in het teken zou moeten staan van de beste voetballer die we ooit hebben gehad, van de man die ons land sportief op de kaart zette, van de bekendste Nederlander allertijden, hadden zij het vooral over zichzelf. ‘Toen hij bij mij twee uur, wat zeg IK tweeënhalf uur in de uitzending was…’ ‘Tijdens de vele tientallen interviews die IK met hem had…’ ‘Toen IK bij Johan thuis was…’ Een oneindig haasje over van kijk mij eens Johan Cruijff kennen.
Schandalig! Dat was het. Het overlijden van Neêrlands beste voetballer ooit werd gebruikt, nee misbruikt, door ijdele sportcommentatoren om hun ‘Johannerigheid’ op een schaamteloze manier te etaleren. Na gisteravond mag de Dikke Van Dale bij de uitleg van de term sportcommentator gerust het woord narcist gebruiken. Want dat zijn ze, die sportcommentatoren, narcisten van de bovenste plank. En wat nog het ergste is. Door dat bizarre haantjesgedrag gaat nog bijna een deel van de centrale boodschap verloren. Dat Johan Cruijff naast een extreem goede voetballer en trainer ook een geweldig mens was. Uniek, uitgesproken, maar vooral met het hart op de juiste plaats. Wat vinden de redacties en presentoren van die ‘geweldige’ talkshows, die een podium bieden voor deze huiveringwekkende ijdeltuiterij, daar eigenlijk van? Wordt daar over nagepraat? Wordt zoiets geëvalueerd? Ach, wat doet dat er ook eigenlijk toe. Het is niet zo dat we het nog eens een keertje over kunnen doen, hé? Rust zacht Johan. Je bent het beste wat we ooit hebben gehad.