Weet je wat ik wel zou willen zijn?
Teder veeg ik zijn geblondeerde haar uit zijn gezicht. De getekende wenkbrauwen zitten halverwege zijn voorhoofd en zijn roze gestifte lippen tuiten naar voren, klaar om het bebaarde gezicht van zijn middeleeuwse ridder te liefkozen. “Je bent de liefde van mijn leven”, lispelt ie in mijn oor. Ik kijk ‘m aan en lach een beetje schaapachtig naar ‘m. Hij is dronken, maar ik weet dat ie het meent. Dan kussen we.
Eens per jaar vertrekken we in vol ornaat richting het zuiden om daar een paar dagen te genieten van een dronken verkleedpartij. Dat kan ik iedereen aanraden. Niet alleen omdat je je eens lekker kan uitleven, je ongegeneerd kan laten vollopen en je zonder schuldgevoel tegoed kan doen aan alles wat de snackbar te bieden heeft, maar – heel belangrijk – om eens iemand (of iets) anders te zijn dan je bent. Het houdt je relatie gezond en gezellig. Gouden tip.
Om mij heen sneuvelen relaties bij bosjes. Vriendin J. maakte het uit met haar vriend vanwege gebrek aan romantiek in de slaapkamer. Vriendin N. kon niet langer tegen de sombere buien van haar lief. Vriendin L. vond enkel nog sleur in haar relatie. Ik zeg: ga een paar dagen samen een potje carnavallen. Dos je uit als kittige tijger of stoere yankee, een knuffeldino of wulpse zeemeermin en – samen met de alcohol – ben je je relatieproblemen zo vergeten. Want niks zo vertederend of opwindend als je dronken geliefde hossend in een kek pak en geschreeuwde liefdesbetuigingen met een dubbele tong. Dag sleur, hallo passie.
Heb je daarentegen net je relatie aan de wilgen gehangen en zoek je een nieuwe vlam? Vergeet datingsites, singlecoaching en Tinder en neem de trein naar Striepersgat of Oeteldonk. Laat je niet afschrikken wanneer je het dronken gelal niet weet te ontcijferen: het is vast een compliment over je spannende kostuum en of je dat pak straks nog gaat uittrekken. Menig succesvolle relatie is ooit zo begonnen.
Zijn wenkbrauwen zitten niet langer op z’n voorhoofd, maar onder z’n ogen en op z’n wang zit een klodder opgedroogde curry. “Was gezellig he?” slist ie en trekt z’n pruik nog ’s recht. Ik leun tegen ‘m aan met een kipcorn in m’n hand en ik kijk naar ‘m op. “Ja, liefste”, brabbel ik en geef ‘m nog een hapje. Wij kunnen er weer een jaar tegenaan.