Vriendschap

Nico de Beer 5 feb 2016

Vriendschap tussen mannen kent enig autistisch gehalte. Hij bestaat meestal uit samen iets ondernemen: samen sporten, samen naar de kroeg. Onderling zijn mannen geen praters met diepgang. Ze kunnen in een relatiecrisis zitten en er tegen hun sportvriend (want meer is hij in feite niet) het zwijgen toe doen.

Vriendschap. Wat is dat eigenlijk? Laten we eens in het woordenboek kijken. ‘Een persoonlijke band tussen mensen die elkaar leuk vinden en vertrouwen.’ Tja. Ik ben nu 58 en ik heb heel mijn leven gezocht naar vriendschap. Ik ga momenteel met de volgende mannen om: buren (respectabel, gezellig contact), collega’s (op school prima, maar het overstijgt de muren van de werkplek niet) en dan de grootste groep: echtgenoten van vriendinnen van mijn vrouw.

Net als iedereen heb ik een aantal scholen bezocht, op diverse plekken gewerkt, deelgenomen aan het sport- en verenigingsleven, maar hier heb ik geen vriendschappen aan overgehouden. Toch vinden veel mensen mij aardig. Mijn leerlingen dragen me op handen. De vrouw die me onlangs interviewde bij Brusseltv twitterde daarna: “Een Nederlandse thriller over Brussel, van een schat van een schrijver”.

Als je er – net als ik – te hoge verwachtingen aan verbindt, is vriendschap een tocht in een achtbaan. De man voor wie ik de meeste vriendschappelijke gevoelens kende, schreef me nadat ik vader was geworden een brief. Of ik voortaan alleen wilde komen; hij kon niet tegen de aanwezigheid van de baby. Dat heb ik als erg kwetsend ervaren. Een soort liefdesverdriet. Het betekende ook het einde van de ‘vriendschap’.

Mensen zijn geen zwanen. Vriendschappen kunnen ten onder gaan aan evolutie; jij groeit door en die vriend van je blijft hangen in dat oude wereldje. Vriendschappen kunnen sneuvelen, omdat een van beiden een vrouw heeft van een andere bloedgroep (incompatible in computertermen). Wat ik me het meest herinner aan vriendschap is de illusie. Het idee dat iemand mijn vriend is. En dicht me nu geen literaire kwaliteiten toe, want dit heb ik ontleend aan een lied van Joni Mitchell: Both sides now. (I’ve looked at love from both sides now, from give and take and still somehow, it’s love’s illusions I recall.)

Heb geen medelijden met mij; vriendschap ging dan wellicht aan mij voorbij, maar ik heb wel de liefde van mijn leven gevonden.