Red het Kassameisje!
Natuurlijk kan ik kolommen volpennen over het toenemende rendement op vermogen en de samenhang met kapitaalintensieve technologie als substituut voor (laaggeschoold) werk. Mocht ik dat willen, zou ik er zelfs een paragraaf aan kunnen toevoegen over hoe internationale bedrijven ons steeds meer pleziertjes lijken te ontnemen onder de noemer van ‘efficiëntie’ en hoe baantjesjagende lobbyvriendjes hier aan meewerken door het politieke klimaat te debiliseren. Maar vandaag hou ik het bij een hartenkreet.
Het is de hartenkreet van een lustige flierefluiter, een bezorgde burger, een verontruste consument. Voor de goede orde: nog altijd lacht ik meer dan dat ik frons, ik ben een tevreden Nederlander en ik heb zo mijn verzetjes. Bijvoorbeeld: een supermarktbezoek. Welk een weelde, welk een gemak, welk een vreugde om omgeven te worden door etenswaren die we ons allemaal in grote mate kunnen veroorloven. Een heuse zegen. Toch vind ik het jammer dat het laatste stukje steun in een supermarkt dat ons nog enigszins aan de charme van een normale familiezaak doet denken in gevaar lijkt te zijn: ons aller kassameisje.
Op steeds meer plekken, in steeds meer supermarkten, rukken afstotelijke machines op (de zogenoemde zelfscans) ten koste van de kassamedewerker van dienst. Er zijn zelfs al filialen waar klanten niet anders kunnen dan zelf het werk verrichten. Op stations, in ongelukkige wijken en op universiteitsterreinen. In de verte lonkt het gestalte van een kloeke employé, klaar om de oude van dagen te helpen met het inpakken van de boodschappentas. Maar helaas: “deze kassa gaat zo sluiten.”
Ik wil mensen in mijn supermarkt, mensen! Ik wil nog een abuis “fijn weekend” horen als ik onverhoeds een croissantje ga scoren op maandagmorgen. Ik wil dat jongeren kunnen werken voor hun geld en leren van meer ervaren collega’s. Ik wil dat mijn eventuele dochter buiten haar vrijeschoolkliek kan ondervinden hoe de samenleving knokt. Ik wil dat mijn eventuele zoon straks opgewekte verhalen van zijn vrienden hoort over gewaagde versierpogingen in de supermarkt en dat hij zelf kan lachen met de mensen aan de kassa’s. Dat hij weet hoe innemend de ogen van een kassameisje kunnen blinken na een vrolijke kwinkslag en dat hij hun geërgerde blikken kent na het ontvangen van een ontevreden klant.
Samenvattend: we hebben geen behoefte aan machines. We hebben behoefte aan werk, aan interacties, aan verwevenheid. De keuze is aan ons. Daarom zeg ik: Fuck de zelfscan, red het kassameisje!