Mol molt De Mol

Is het Rop, Taeke, Tim of Annemieke? Of toch Klaas? Verdenkingen spreiden is het motto. Nederland is in de ban van ‘De Mol’. Ook bij mij thuis lijkt iedereen, behalve ik, paranoïde geworden.

Het is zaterdagavond. De avond waarop we vroeger met het hele gezin naar Linda de Mol’s quiz Weet ik Veel keken. Daar was niets mis mee.
Maar de ene Mol heeft plaats moeten maken voor de andere. Een waarin niet eens duidelijk is wie het is. Bij Weet ik Veel is daarover geen discussie: Linda is de Mol. Wie anders? Bij Wie is de Mol word je in het ongewisse gelaten. Lastig. Bij ons thuis kijkt het hele gezin naar dit schimmige gebeuren. Behalve ik.
Ook deze week wordt het programma weer minutieus bekeken om maar geen enkele aanwijzing te missen. Bij iedere onnatuurlijke beweging van Taeke springt mijn vrouw op. ‘Hij is het!’, roept ze.
‘Welnee’, roept mijn oudste zoon, ‘Klaas is het. Hij maakte zijn veters vast met zijn gezicht naar het noorden. En de tweede letter van noorden is een o, dat is de middelste letter van het woord mol, dus hij moet het wel zijn.’
‘Kijk, Rop heeft een blauwe broek aan’, schreeuwt de jongste. ‘Blauwe broek, snap je? 2 b’s. Normaal schrijf je Rob met een b; die 2 b’s verwijzen dus naar hoe je zijn naam eigenlijk schrijft en dus naar hem. Hij is het.’
‘Ik ga spreiden’, concludeert mijn dochter. ‘Klaas en Tim kunnen het allebei zijn. Want Cecile is eruit…’

Ik schud mijn hoofd. Liever zou ik onder de grond kruipen om dit programma te ontwijken, maar de kans dat ik dan toch weer een mol tegenkom is niet gering. Dus check ik het nieuws. Op social media gaat alles over Tim, Taeke, en Rop met een p. Het nieuws wordt gedomineerd door de kijkcijfers van het programma. Maar wat zie ik? Niet overal wordt de programmanaam met een vraagteken erachter geschreven. Ik zie vaak gewoon Wie is de Mol. Zou dát de hint zijn? Net als Hoelang is een Chinees. Hoelang ís de Chinees. Dus Wie ís de Mol.
Koortsachtig en enigszins paranoïde zoek ik nu op internet naar de oplossing. Misschien werd Annemieke door haar zusje vroeger Wieke genoemd. Afgekort: Wie.
‘Ik heb ‘m’, roep ik naar de overige gezinsleden. Annemieke is De Mol. Klaar. Zullen we nu naar Linda gaan kijken?’
‘Linda?’, vraagt mijn jongste zoon. ‘Wie is Linda?’
‘De Mol.’