Liefde is blind
Ze stond al 5 minuten naar hem te kijken. Het deed hem niet zo veel. Hij was het inmiddels gewend. Eigenlijk was het best grappig, de manier waarop ze zich onbespied waande. Ze had iets aantrekkelijks. Wat precies wist hij niet. Het geluid van de wind die met haar rok speelde, of de echo van haar hakken, terug kaatsend tegen de bestrating van het plein, gaf haar iets sensueels. Tot zijn verrassing ging ze ineens naast hem zitten.
“Hoi, je vindt het toch niet erg dat ik hier even kom zitten?” Haar fluweel zachte stem joeg een siddering over zijn rug. "Heb je het koud?" vroeg ze. Hij schudde snel zijn hoofd. "Ik zie je hier elke dag zitten. Nou ja, bijna elke dag want gisteren was je er niet". Ze haalde even adem. "Sorry, dat klinkt alsof ik je aan het stalken ben." De sprankelende waterval van woorden toverde een glimlach op zijn gezicht. "Je bent grappig, of nee, je bent interessant" zei hij. "Interessant? Hmmm…" Ze proefde het woord alsof het een snoepje was, waarbij nog moest worden uitgemaakt welke smaak het had. Ze keek naar hem. Anders dan ze ooit gedaan had. Haar hart sloeg een paar slagen over. Een hele tel dacht ze eventjes aan niets.
De kus kwam totaal onverwacht. Hij proefde haar lippen terwijl ze met overtuiging de contouren van zijn mond verkende. Toen haar tong zachtjes op zoek ging naar zijn tong, kon hij niet anders dan haar kus beantwoorden. Ze trok zich geschrokken terug "Oh, jeetje. Ik weet niet waarom ik dat deed. Ik heb nog nooit een vreemde zomaar gekust". "En ik heb me nog nooit zomaar door een vreemde laten kussen" zei hij, terwijl zijn hart een verwoede poging deed om via zijn keel naar buiten te springen.
De ochtend werd middag en de middag werd avond. "Het is al laat" zei ze. Ze pakte zijn hand en trok hem langzaam overeind. Als vanzelf ging zijn hand naar haar gezicht en streelde hij voorzichtig haar ogen, neus en mond. "Je bent mooi" was alles wat hij kon uitbrengen. "Je klinkt verbaast" zei ze quasi beledigd. "Sorry, maar dit is nieuw voor me" antwoordde hij verlegen. Een enkele traan rolde onder zijn donkere bril vandaan over zijn wang. "Kom" zei ze terwijl ze voorzichtig de traan wegveegde. "Heb je deze nodig?" Hij aarzelde even maar klapte toen de wit rood gestreepte taststok in elkaar en stopte hem in zijn jaszak. "Nee, vanavond niet".
Jan van Oranje