Kinderogen

Sandor Quatfass 26 feb 2016

Ik spring op. "Wow, kijk!" En ik wijs naar de lucht. De mensen om me heen kijken me vreemd aan. Zij zien het niet. Mijn kinderen wel.

"Drie vliegtuigen!", vervolg ik. Mijn zoontje valt bijna letterlijk van zijn stoel. Met al zijn volume schreeuwt hij uit: "VIER papa, VIER!." Mijn dochtertje staat met uitgestrekte armen voor me. Ze wil het van dichterbij bekijken. Ik til haar op. Grote glinsterogen staren de lucht in. Samen drinken we onze chocomel op. Al huppelend verlaten we het terras vol blinden. Een tas vol kastanjes, eikels en beukennootjes onder de arm.

‘S avonds leg ik de kinderen in bed. Het was een geweldige dag. De vliegtuigen en de kastanjes vonden zij het allermooist. Morgen zien we er misschien wel nog meer.

Er is altijd wel een vliegtuig in de lucht. Overdag worden ze achtervolgd door hun eigen strepen. ‘S nachts transformeren ze in knipperende lichtjes. Mijn kinderen zien ze altijd. Allemaal. Zo lijkt het. Op alle strepentrekkers word ik geattendeerd. Telkens met hetzelfde enthousiasme. Elke keer weer alsof het de eerste keer is dat ze ze zien.

Ze zien alles. Mijn zoontje van vier en dochter van twee. En ik leer te kijken als zij. Kijken zoals ik deed als kind. Met een beetje heimwee zelfs. Niet dat ik terug wil naar die tijd. Wel naar dat enthousiasme. Iets dat we soms vergeten of zelfs allang vergeten zijn. Blind voor het leven?

Als ik me geschoren heb dan is mijn dochtertje de eerste die er wat van zegt. Binnen een seconde dat ze me ziet. "Jij geschoren?", zegt ze dan. Ik krijg dan direct een extra dikke knuffel van d’r. Dit kan wat zeggen over mijn persoonlijke verzorging. Maar het zegt meer over haar blik. Oog voor detail. Meneertje en mevrouwtje Scanoog noem ik ze lachenderwijs.

Ik lift mee op de blik van mijn kinderen. Ik zie dingen die anders aan mijn aandacht zouden ontsnappen. De wereld gaat weer voor me open. Zo mis ik niks meer. En ik wil dit ook niet missen. Mijn oogappeltjes weten wat belangrijk is. Zonder het te weten.

Beneden druk ik de televisie aan, maar het beeldscherm krijgt niet mijn aandacht. Ik spiek door de gordijnen naar buiten. Knipperende lichtjes in de donkere lucht. Ik voel kinderlijk enthousiasme. In gedachten bedank ik mijn kinderen. Ze hebben geen idee wat ze mij geven. Of hebben teruggegeven.

De hemel staat vol met sterren. Even stel ik me voor dat het allemaal vliegtuigen zijn. Ze lijken meteen meteen allemaal stiekem te knipogen. Ik knipoog terug. Deze bril zet ik nooit meer af.