Kindercoke?
Het is donderdagochtend en alles loopt anders dan gepland. Het brood is niet ontdooid, ik ben vergeten kleding klaar te leggen voor de kinderen en Vera’s gymspullen zitten nog in de was. Met een verhit hoofd hol ik van crisis naar crisis terwijl ik her en der probeer een brandje te blussen.
Uiteindelijk belanden we dan toch aan de ontbijttafel. Nu de ergste hectiek voorbij is, valt pas op dat in Vera’s hoofd een orkaan woedt. Ze stuitert door het huis en wil alles tegelijk doen: een boterham eten, tandenpoetsen en haar cavia’s knuffelen. Omdat alles tegelijk teveel is, blijft de boterham na één hap onaangeroerd op haar bord liggen, schiet ze uit met de tandpasta waardoor deze tegen de badkamermuur belandt en vluchten de cavia’s snel hun veilige huisje in.
Op deze jachtige donderdagochtend na, leven wij binnen ons gezin zeer gestructureerd. Van planbord tot picto’s, alles hebben we ingezet om zoveel mogelijk regelmaat in de dag aan te brengen. Dat helpt, maar niet voldoende. Vera’s ADHD knalt namelijk in volle hevigheid overal dwars doorheen en maakt dat het nooit lukt haar aandacht voor meer dan drie minuten vast te houden.
Na lang wikken en wegen hebben manlief en ik de keuze gemaakt voor medicamenteuze behandeling. Pillen dus. Een hele beslissing, want we hoorden er de wildste verhalen over. In de volksmond wordt het zelfs kindercocaïne genoemd. Ouders zouden het zien als een quick-fix voor hun net iets te onstuimige kind. Ze zouden kiezen voor gemak in plaats van opvoeden. Want, vinden velen: alle kinderen zijn toch druk? Genoeg rust, reinheid en regelmaat kan dit ongetwijfeld oplossen.
Ik geloof het niet. Ik geloof niet dat ouders hun kind zonder legitieme reden medicatie geven. Ik geloof niet dat ze hun oogappeltje willens en wetens volproppen met zoiets als ‘kindercoke’. Ouders kiezen voor behandeling met medicatie omdat ze willen dat het goed gaat met hun kind. Omdat ze al het andere al geprobeerd hebben. Maar vooral omdat ze zien dat het kind enorm lijdt onder de continue onrust.
Het is donderdagochtend en manlief en ik kijken elkaar vragend aan: “jij had toch haar pil gegeven?” Ai, dát waren we vergeten. Gauw geef ik Vera haar Concerta. Ze moet er een beetje om lachen: “wat dom van jullie zeg!” Even later maakt de orkaankracht in haar hoofd plaats voor een zacht waaiend briesje. De storm is gaan liggen, en in alle rust kan Vera haar boterham opeten.