Het Grote Schrikkelspel
Een leuk spelletje om te doen op 29 februari. Of ja, in de eerste week van maart kan het ook nog wel. Het is per slot van rekening maar eens in de vier jaar schrikkeldag. Het spelletje is: voor jezelf opschrijven waar je op alle schrikkeldagen in je leven ongeveer was. Zo krijg je een mooi overzicht van je ontwikkeling met fijne tussensprongen van vier jaar.
Mijn eerste schrikkeldag was in 1984. Daar weet ik niks meer van. Van de tweede, in 1988, eigenlijk ook niet. De enige herinnering waarvan ik zeker weet dat hij uit 1988 afkomstig is, is met mijn ouders zwaaien naar de bus van het Nederlands elftal, dat toen Europees kampioen was geworden. We zwaaiden overigens naar de bus met de spelers erin. Dat u niet denkt dat ons gezin gestoord was ofzo.
Toen werd het 1992. Wat gebeurde er precies die schrikkeldag? Ja, ik weet dat ik in groep 7 zat bij meester Fred en dat Bart Veldkamp die winter de Olympische tien kilometer schaatsen won. Maar of dat nu uitgerekend op schrikkeldag was? Google biedt hier vast uitkomst.
1996, 2000, 2004, 2008 en 2012 zijn een soort trapje. 3 VWO, studie journalistiek, studie journalistiek, studie journalistiek -au, au, au, deed ik echt drie schrikkeldagen over mijn studie?- en werken bij televisie en radio. Correctie: deze vijf schrikkeldagen zijn dus wel een trapje, maar dan wel met een hele lange tweede trede. Die gun ik de studenten van nu eigenlijk ook wel. Doordat ik zo lang kon aanklooien kan ik nu makkelijk originele onderwerpen verzinnen voor een column. Lekker de tijd nemen om los te komen van de waan van de vorige generatie. Heel gezond. Daar mag de vorige generatie best wat geld voor over hebben.
Want dit is toch een heel nuttig idee? Zoals een goed politicus de geschiedenis bestudeert om de juiste beslissingen voor de toekomst te maken, zo kun je dat ook met je eigen leven doen. Dat wilde ik u even meegeven op deze negende schrikkeldag van mijn leven. Volgens de officiële levensverwachting voor de Nederlandse man heb ik er trouwens nog maar elf te gaan. Mijn hemel, op 29 februari 2020 ben ik al op de helft. Waar zal ik dan zijn? Misschien op een vaste plek als columnist in de Metro? Net vader van mijn tweede kind? Hmm, fantaseren over toekomstige schrikkeldagen, dat is eigenlijk een nog leuker spel.