De moestuin
Het stond er allemaal mooi bij. Genietend van zijn moestuintje, ging de man even uitrusten op het bankje met zicht op de nieuwe aanplant. Zijn vrouw verzorgde de tuin altijd, maar na haar overlijden had hij de taak liefdevol op zich genomen. Na een paar minuten stond hij weer op, rechte zijn rug en liep het tuintje in. Hij haalde wat onkruid weg, gaf de plantjes zorgvuldig water en ging verder met zijn inspectie.
Hij had totaal geen groene vingers, maar met wat boeken die hij gekocht had ging het hem steeds beter af. Zijn geheim was de vruchtbare aarde, die veel vruchtbaarder was dan die van de overige tuintjes. Hij was de held van de buurt, omdat hij zo’n beetje iedereen gratis verse groente en fruit uit zijn tuintje gaf. De moestuin was de grote trots geweest van zijn vrouw. Elke dag was ze erin bezig. Zijn vrouw, zijn eerste en enige liefde. Daarom deed het ook zo’n pijn toen hij er per toeval achter kwam dat ze al jaren een ander had. Dat was op de dag dat hij de spulletjes bij elkaar zocht die zij nodig kon hebben toen ze in het ziekenhuis lag. Hij had daarbij haar dagboek gevonden en er in gelezen.
Een traan liep langzaam langs zijn wang naar beneden, toen zijn gedachtes terug gingen naar die bewuste dag. Hij liep weer terug naar zijn bankje en snoot luidruchtig zijn neus. Hij wist het nog als de dag van gisteren. Na de operatie mocht zijn vrouw thuis verder herstellen. Hij had een bed in de woonkamer gezet, bij het grote raam, zodat ze vanuit haar bed haar zo geliefde tuintje kon zien.
De doktoren hadden gezegd dat ze binnen enkele weken weer helemaal weer de oude zou zijn. Maar de eerste nacht was ze, geheel onverwacht, in haar slaap overleden. Ze wilde een stille uitvaart, geen familie, geen bloemen, geen gezang of ander gedoe. Gewoon een snelle crematie. Zo had hij het gebracht voor de buurt en de familie. Niemand die protesteerde, niemand die het raar vond, niemand ook die vragen stelde. Hij keek nog eens naar zijn moestuintje en sprak toen zacht voor zich uit: “Ben je toch lekker elke dag in je tuintje lieverd. En dit jaar heb je echt je best gedaan. Volgend jaar zou ik wel graag wat meer aardbeien willen en iets groter. Zou dat kunnen?”
Jan van Oranje