Weer een eitje in het riool
Daar zit ik dan, aangeschoten van een vol glas rode wijn, alleen opgedronken op de bank. De ergste ongesteldheid is voorbij. De meest emotionele dagen moeten nog komen. In de dagen tussen de seks en de eerste rode tekenen in mijn slipje liet ik dat wijntje makkelijk staan. Het was spannend, want het zou zo maar eens zover kunnen zijn. Niet dat ik me anders voelde dan normaal, maar je weet maar nooit.
Maar nu is het dus weer tijd voor het eerste maandverbandje en weet ik dat het allemaal voor niets is geweest. Ik heb voor niets de hapjes met rauwe tonijn laten staan, ik heb voor niets nee gezegd tegen al die glaasjes wijn bij verschillende vrienden en ik heb voor niets cafeïnevrije koffie gekocht. Het is weer niet gelukt.
Mijn moeder geeft me een stapeltje tijdschriften mee. Ik zie een triomfantelijke blik in haar ogen. Op de voorpagina van het bovenste tijdschrift staat een zwangere vrouw. Ik doe net of ik het niet zie. Ik doe net of ik haar blik niet zie. Ik weet dat je wilt dat ik zwanger word mam. En ik weet dat we er niet echt over praten. Maar ik word gek van je overduidelijke figuurlijke geduw. En dan heb ik het artikel gelukkig nog niet gelezen…
“Oude eitjes.” “Uitgerekend nooit.” Nederlandse vrouwen beginnen te laat aan kinderen. “We zien het percentage oudere vrouwen met vruchtbaarheidsproblemen groeien,” “Een slimme meid krijgt haar kind op tijd.” De boodschap van het artikel – en mijn moeder – is duidelijk: ‘Schiet op, maak kinderen en maak ze nu, voordat het te laat is’.
De tijd gaat inderdaad sneller dan je denkt. De maatschappij is veranderd. Er kan meer, je wilt meer. Het menselijk lichaam verandert echter nog niet echt mee. Maar in dat opzicht het menselijk denken eigenlijk ook niet. Als je 25 bent, ben je nog (te) jong en ‘moet je van je leven genieten’. Vijf jaar later ben je ineens (te) oud en ‘moet je niet eens opschieten?’
Aan het eind van het artikel staat nog een tabel met de ‘Maandelijkse kans op een natuurlijke zwangerschap’ tijdens de verschillende levensfasen. Een kans die natuurlijk drastisch afneemt naarmate je ouder wordt. De cijfers maken me nog onzekerder dan ik al ben. Pas 32, maar nu al te oud. Daar zit ik dan, op de bank met een glas wijn, mijn man in het buitenland, weer een eitje in het riool.